Nieuw bestuurslid Jan Broekhuizen: “Enige zelfrelativering vind ik wel prettig”
Op 1 november startte Jan Broekhuizen als lid van de algemene raad. Voor advocaten in het financieel recht is hij een bekend gezicht, voor anderen misschien minder. Een portret van een bevlogen advocaat en bestuurder die tegelijk hecht aan reflectie en een zekere zelfrelativering.
Kun je jezelf voorstellen aan de balie?
“Als advocaat houd ik me al 25 jaar bezig met financieel recht. De eerste 15 jaar in de context van een bredere banking & finance-praktijk, in de afgelopen jaren bij Kennedy van der Laan meer exclusief. Het is een rechtsgebied dat altijd al uitdagend was, maar sinds de kredietcrisis in 2007 natuurlijk een enorme ontwikkeling heeft gekend. In mijn carrière heb ik bij verschillende kantoren mogen werken; niet in de laatste plaats omdat mijn allereerste kantoor, Loeff Claeys Verbeke, zichzelf heeft opgeheven en de Amsterdamse vestiging waar ik werkte in 2000 goeddeels is opgegaan in Allen & Overy. Dat heeft veel in beweging gezet en ik heb steeds geprobeerd mijn eigen weg te zoeken binnen de advocatuur.”
Wat typeert jou, als advocaat en als mens?
“Ik ben iemand die rustig is, goed kan luisteren, gericht is op inhoudelijke gesprekken, en meer geïnteresseerd in bredere onderliggende thema’s dan in micromanagement. Daarom heb ik vermoedelijk ook ooit filosofie gestudeerd. Ik houd van een zekere introversie, ook bij anderen. Enige zelfrelativering en bescheidenheid vind ik wel prettig, zowel zakelijk als privé. Dat spreekt me ook aan van de ‘grondwet’ van mijn huidige kantoor, Kennedy van der Laan: ‘goed, leuk, commercieel en niet asociaal’.”
Je vervult naast de advocatuur diverse bestuursfuncties. Wat drijft jou als bestuurder?
“Ik vind het enorm leuk om in verschillende functies samen te werken met mensen die vanuit idealistische motieven handelen. Zo ben ik lid van de raad van toezicht van CARE Nederland, een NGO actief op het gebied van ontwikkelingshulp. Naast noodhulp bij oorlogen en andere rampen houdt CARE zich vooral ook bezig met het helpen van mensen bij het opbouwen van een beter bestaan. Daarnaast ben ik voorzitter van de raad van toezicht van Rijnbrink, een provinciale ondersteuningsinstelling die actief is in de bibliothekensector in Oost-Nederland, waar ik ben opgegroeid. Toegang tot cultuur is al vanaf jonge leeftijd enorm belangrijk. Laaggeletterdheid is een groot maatschappelijk probleem. Hierin vervullen bibliotheken een heel belangrijke rol. Als ik denk aan de organisaties waarbij ik betrokken ben geweest, dan hebben ze allemaal te maken met thema’s op het gebied van inclusie en participatie. Ook advocaten zijn toegangverschaffers als het gaat om toegang tot het recht, om access to justice. Dat is een hele mooie en belangrijke taak voor de advocatuur.”
Dit jaar ben je gepromoveerd op het onderwerp ‘Values in financial regulation’; een uitdaging naast je werkzaamheden en privéleven. Wat heeft je daartoe bewogen?
“Vooral de wens om ‘door te lezen’ nadat ik een filosofiestudie aan de UvA had afgerond, gepaard aan het idee dat reflectie nodig is op een vakgebied dat zo in beweging is als het financieel recht. Een blijvende behoefte ook aan wat afstand van de praktijk van alledag. Ik vind het heel bijzonder dat Pauline Westerman, mijn promotor aan de Rijksuniversiteit Groningen, als rechtsfilosofe dit traject met mij als ‘regulatory jurist’ wilde aangaan.”
Welke hoogtepunten in je carrière springen er wat jou betreft uit?
“Ooit ben ik door Nauta uitgezonden naar kantoren in Londen en New York, waar ik onder meer met Elizabeth van Schilfgaarde en Joanne Kellermann heb samengewerkt; ervaringen waar ik met veel plezier op terugkijk en die tot op heden verrijkend zijn. Meer recent vond ik mijn promotie een heel bijzondere dag; niet in de laatste plaats om familie, vrienden en oude collega’s zo samen te zien.”
Wat is voor jou de beweegreden om toe te treden tot de algemene raad?
“De onderwerpen waar de algemene raad zich momenteel voor gesteld ziet, zoals de versterking van het toezicht, hebben mijn interesse. Mede door mijn specifieke achtergrond en ervaringen bij verschillende advocatenkantoren denk ik dat ik iets toe te voegen heb. Ook had ik opeens weer wat tijd na mijn promotie in juni: de vacature presenteerde zich op het juiste moment, zo gaat dat soms.”
“Er spelen bij de NOvA vele thema’s waar ik graag een bijdrage aan lever, van de versterking van het toezicht, de beroepsopleiding tot maatschappelijk verantwoord ondernemen”
Welke kennis en ervaring neem je mee naar NOvA?
“Mijn ervaring in de advocatuur en daarbuiten zorgen voor verschillende perspectieven. Om een voorbeeld te noemen: ik geef al sinds de oprichting in 2008 les aan de Law Firm School, terwijl mijn huidige kantoor geen lid is van de LFS. Daarmee kan ik het denken over de inrichting van de Beroepsopleiding Advocaten vanuit verschillende contexten goed plaatsen. Verder verwacht ik dat mijn kennis en jarenlange ervaring op het gebied van regulering en toezicht ook bij de NOvA goed van pas komt. Denk bijvoorbeeld ook aan de anti-witwas- en sanctieregelgeving, waarover ik in mijn dagelijkse praktijk vragen van cliënten beantwoord.”
Met welke aandachtsgebieden ga je je als AR-lid bezighouden?
“De exacte verdeling van onderwerpen gaan we binnen de algemene raad nog bespreken. Er spelen vele thema's waar ik graag een bijdrage aan lever, van de versterking van het toezicht, de beroepsopleiding van de NOvA tot maatschappelijk verantwoord ondernemen. In dit laatste thema en haar relevantie voor de advocatuur heb ik me al enige tijd kunnen verdiepen in de CCBE Committee on Corporate Social Responsibility, waar ik namens de NOvA aan deelneem.”
Wat wil je de balie als nieuwe bestuurder van de NOvA meegeven?
“Eerst zal ik nog veel moeten luisteren, inlezen en kennismaken. Hopelijk voelen beroepsgenoten zich vrij om mij te bellen of mailen als er zaken zijn die de aandacht van de algemene raad verdienen.”
Jan Broekhuizen: - is sinds 1 november 2022 lid van de algemene raad |