-
1. Mag ik nog advocatuurlijke diensten verlenen aan bestaande of toekomstige cliënten die staan op de sanctielijst, of zijn verbonden aan (rechts)personen die staan op de sanctielijst?
Op grond van de Sanctieverordening moeten alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan, eigendom zijn, in het bezit zijn, of onder zeggenschap staan van alle in bijlage 1 (van de Sanctieverordening) vermelde natuurlijk personen, of met hen verbonden natuurlijk personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen, worden bevroren (artikel 2 (1) Sanctieverordening). Voorts verbiedt de Sanctieverordening het om rechtstreeks, of onrechtstreeks, tegoeden, of economische middelen ter beschikking te stellen aan, of ten behoeve van, gesanctioneerde (Russische) (rechts)personen en met hen verbonden (rechts)personen (artikel 2 (2) Sanctieverordening).
Nuancering per 22 juli 2022: Het ministerie van Buitenlandse Zaken hanteert voor de ‘juridische dienstverlening aan gesanctioneerde (Russische) (rechts)personen en met hen verbonden (rechts)personen’ op dit moment de onderstaande lijn:
- Buiten de werking van het verbod van artikel 2, lid 2, van de verordening valt de juridische dienstverlening die noodzakelijk is voor de verdediging of vertegenwoordiging van (een) gesanctioneerde (Russische) (rechts)perso(o)n(en) en met hen verbonden (rechts)perso(o)n(en) in het kader van of in verband met een rechtsgeding, daaronder begrepen de juridische dienstverlening die noodzakelijk is voor het bepalen van de rechtspositie of voor het instellen of vermijden van een rechtsgeding. Advisering ten behoeve van het verkrijgen van een ontheffing van EU-sancties valt hier ook onder.
Nuancering per 28 september 2022: Het ministerie van Buitenlandse Zaken hanteert voor ‘met hen verbonden (rechts)personen’ de volgende lijn:
- Bij ‘met hen verbonden (rechts)personen’ is het van belang om te bepalen of er sprake is van een eigendoms -of zeggenschapsrelatie met de gesanctioneerde entiteit in kwestie. Voor de uitleg van het begrip ‘met hen verbonden (rechtspersonen)’, wordt verwezen naar de antwoorden bij vragen 1 en 2 van FAQ’s van de Europese Commissie van 10 oktober 2022 met betrekking tot ‘Asset freeze and prohibition to make funds and economic resources available’:
1. Do the sanctions in Article 2 of Council Regulation (EU) No 269/2014 apply to the companies owned, controlled, managed by or otherwise associated with listed persons? Last update: 8 April 2022
Only the persons and entities listed in Annex I to the Regulation are directly targeted by sanctions. However, if the listed person is deemed to own or control a non-listed entity, it can be presumed that the control also extends to the assets of that entity, and that any funds or economic resources made available to that entity would reach or benefit the listed person. This presumption can be rebutted on a case-by-case basis by the entity concerned, if it can be demonstrated that some or all of its assets are outside the control of the listed person, and/or that funds or economic resources made available to it would in fact not reach or benefit the listed person. For further details on ‘control’, please see the Commission opinion of 19 June 2020 and the Commission opinion of 8 June 2021. 2 Article 2 of Council Regulation (EU) No 269/2014 refers to legal persons, entities or bodies, or natural or legal persons, entities or bodies associated with them, as listed in Annex I.2. Where can I find the ‘natural or legal persons, entities or bodies associated with them’? Last update: 8 April 2022
Strictly speaking, only the persons and entities who/which appear under the column ‘Name’ in Annex I to Council Regulation (EU) 269/2014 are directly subject to an asset freeze and a prohibition to make funds and economic resources available to them or for their benefit. However, these restrictions can affect transactions with natural or legal persons, entities or bodies associated with them, some of which happen to be mentioned in the ‘Identifying information’ and/or ‘Reasons’ columns of Annex I to Council Regulation (EU) 269/2014. Operators need to exert the highest caution when dealing with associated persons or entities. If non listed entities are deemed to be owned or controlled by listed persons or entities, their assets must be frozen as well, and no funds or economic resources can be made available to them. This presumption can be rebutted on a case-by-case basis by the entity concerned, if it can be demonstrated that some or all of its assets are outside the control of the listed person, and/or that funds or economic resources made available to it would in fact not reach or benefit the listed person.Nadere nuancering per 14 oktober 2022: De nieuwe verbodsbepaling (artikel 5 quindecies, tweede lid Verordening (EU) nr. 833/2014 van de Raad van 31 juli 2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren) ziet niet op natuurlijke personen. Dat is door de Europese Commissie bevestigd in een technische briefing in de week van 10-14 oktober 2022.
Nuancering per 26 oktober 2022:
De Europese Commissie (Commissie) heeft op 26 oktober 2022 een update gepubliceerd van de FAQ’s met betrekking tot het gewijzigd artikel 5 quindecies van Verordening (EU) Nr. 833/2014.
Hierin heeft de Commissie de vraag over de reikwijdte van het verbod op het verlenen van “diensten op het gebied van juridisch advies” uit het 8e sanctiepakket beantwoord in vraag 12.Volgens de Commissie is dit verbod zo vormgegeven dat de toegang tot de rechter en het recht op verdediging gewaarborgd blijven. Deze waarborgen hebben dus ook te gelden ten aanzien van de juridische dienstverlening aan niet-gesanctioneerde rechtspersonen die in Rusland zijn gevestigd.
Which activities are covered by the prohibition of ‘legal advisory services’ according to Art 5n (2) of Council Regulation (EU) No. 833/2014? Is the guarantee of the right of defence affected?
Last update: 24 October 2022
The sanctions on ‘legal advisory services’ have been designed so as to preserve access to justice and the right of defence. ‘Legal advisory services’ include:
- the provision of legal advice to customers in non-contentious matters, including commercial transactions, involving the application or interpretation of law;
- participation with or on behalf of clients in commercial transactions, negotiations and other dealings with third parties; and
- preparation, execution and verification of legal documents.Article 5n of Council Regulation (EU) No. 833/2014 explicitly excludes from the ban the provision of services that are strictly necessary:
- for the termination by 8 January 2023of contracts which are not compliant with this Article concluded before 7 October 2022, or of ancillary contracts necessary for the execution of such contracts;for the exercise of the right of defence in judicial proceedings and the right to an effective legal remedy; or
- to ensure access to judicial, administrative or arbitral proceedings in a Member State, or for the recognition or enforcement of a judgment or an arbitration award rendered in a Member State, provided that such provision of services is consistent with the objectives of this Regulation and of Council Regulation (EU) No 269/2014.De nuancering van het ministerie van Buitenlandse Zaken bevestigt nogmaals hetgeen in overweging 6 van de preambule van de Sanctieverordening is neergelegd, waarin is bepaald dat de Sanctieverordening de grondrechten eerbiedigt en strookt met de beginselen die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn erkend, in het bijzonder het recht op een effectief rechtsmiddel en op een eerlijk proces en het recht op de bescherming van persoonsgegevens (zie o.a. artikel 47 EU Handvest en artikel 6 EVRM).
- Toestemming is vereist voor andere vormen van juridische dienstverlening aan gesanctioneerde (Russische) (rechts)personen en met hen verbonden (rechts)personen, bijvoorbeeld de advisering ten behoeve van de oprichting, een fusie of een overname van een bedrijf.”
- Toestemming voor het vrijmaken van middelen om de honoraria van de juridisch dienstverlener te betalen of gemaakte kosten te vergoeden, kan worden verkregen van het Ministerie van Financiën via sancties@minfin.nl.
Nb: De advocaat dient voor iedere vorm van juridische dienstverlening aan diens cliënt afzonderlijk te beoordelen, of deze al dan niet buiten de werking van het verbod van artikel 2, lid 2 valt.
Nb: Als een advocaat twijfelt of een bepaalde vorm van juridische dienstverlening aan diens cliënt valt buiten de werking van het verbod van artikel 2, lid 2 zoals door het ministerie van Buitenlandse Zaken vanaf 22 juli 2022 wordt gehanteerd, dan doet een advocaat er goed aan bij de Douane (Centrale Dienst voor In- en Uitvoer) te informeren of een ontheffing nodig is. De advocaat kan zich daarvoor richten tot CDIU@douane.nl. De formulieren die de advocaat kan gebruiken voor meldingen en aanvragen in verband met sanctiemaatregelen treft de advocaat hier aan.
-
2. Is de lijn die nu is afgesproken, definitief?
Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft deze lijn voorgelegd aan de Europese Commissie en is in afwachting van een antwoord. Afhankelijk van de reactie van de Europese Commissie kan bovenstaande voorlopige lijn op punten worden bijgesteld.
-
3. Wat houdt het omzeilingsverbod in?
Het is op grond van artikel 9 van de Sanctieverordening verboden om ‘bewust en opzettelijk’ deel te nemen aan activiteiten die tot doel of gevolg hebben dat het in artikel 2 (2) Sanctieverordening bedoelde verbod wordt omzeild (het omzeilingsverbod).
Onder het omzeilingsverbod valt het ter beschikking stellen van tegoeden of economische middelen (dus ook advocatuurlijke diensten) aan een partij die zelf niet kwalificeert als gesanctioneerde (rechts)persoon of verbonden partij (niet-gesanctioneerde partij), terwijl op dat moment bekend was of vermoed kon worden dat de niet-gesanctioneerde partij tegoeden of economische middelen beschikbaar stelt aan een gesanctioneerde (rechts)persoon of verbonden partij.
We wijzen op de eigen verantwoordelijkheid van de advocaat als dienstverlener om de sanctieregelgeving na te leven en geen werkzaamheden te verrichten die gericht zijn op het ontwijken of ontduiken van sancties (omzeilingsverbod). Hier kan ook onder worden verstaan wanneer de advocaat ten onrechte het begrip ‘juridische diens verlening’ – die noodzakelijk is voor de verdediging of vertegenwoordiging van een gesanctioneerde (rechts)persoon in het kader van of in verband met een rechtsgeding, daaronder begrepen de juridische dienstverlening die noodzakelijk is voor het bepalen van de rechtspositie of voor het instellen of vermijden van een rechtsgeding – oprekt, zodat deze dienstverlening buiten de werking van het verbod van artikel 2 lid 2 valt.
Het omzeilingsverbod heeft invloed op de onderzoeksverplichting van de advocaat.
-
4. Mag ik nog gelden ontvangen van, betalen aan of verrekenen met vorderingen van cliënten die staan op de sanctielijst of zijn verbonden aan (rechts)personen die staan op de sanctielijst?
Zie antwoord bij vraag 1.
De Sanctieverordening bepaalt dat alle tegoeden of economische middelen van gesanctioneerde (rechts)personen of aan hen verbonden partijen bevroren moeten worden. Onder bevriezen van tegoeden wordt mede verstaan het voorkomen van mutaties in tegoeden door bijvoorbeeld verrekening.
Het is dus niet toegestaan tegoeden te ontvangen van, te betalen aan of te verrekenen met vorderingen van cliënten die staan op de sanctielijst of verbonden partijen.
Toestemming voor het vrijmaken van middelen om de honoraria van de juridisch dienstverlener te betalen of gemaakte kosten te vergoeden, kan worden verkregen van het Ministerie van Financiën via sancties@minfin.nl.
Nuancering per 23 november 2022: het ministerie van Financiën hanteert voor verzoeken om toestemming te krijgen voor het vrijmaken van middelen voor de advocaat om redelijk gemaakte kosten vergoed te krijgen de volgende lijn:
Een advocaat kan bij het ministerie van Financiën een verzoek indienen om toestemming te krijgen voor het vrijmaken (‘ontvriezen’) van middelen om de door hem redelijk gemaakte kosten vergoed te krijgen. Bij de beoordeling van een dergelijk verzoek, kan het ministerie van Financiën naar gelang de situatie als voorwaarde stellen, dat de deken van de orde in het arrondissement alwaar de verzoekende advocaat kantoor houdt per betaling een verklaring aan deze advocaat - ten behoeve van de betrokken bank – afgeeft, bijvoorbeeld als volgt:
Op [datum] zond u mij facturen van uw werkzaamheden voor [cliënt] over [periode] in het kader van procedure [naam]. Ik heb kennisgenomen van facturen met [factuurnummers] bijgevoegde specificaties. Wij hebben over uw honorarium en werkzaamheden overleg gevoerd. Aan de hand hiervan verklaar ik, met in achtneming van de vertrouwelijkheid, het totale honoreringsvoorstel ad [Z], zoals door u toegezonden, redelijk te vinden. Ik bevestig dat honorering genoemd in factuur X en Y met bedrag Z betrekking heeft op:
- (noodzakelijke) werkzaamheden in een procedure [naam] bij rechtbank [naam], zijnde werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor de verdediging of vertegenwoordiging van [cliënt] in het kader van, of in verband met een rechtsgeding, daaronder begrepen de juridische dienstverlening die noodzakelijk is voor het bepalen van de rechtspositie of voor het instellen of vermijden van dat rechtsgeding;
of
- werkzaamheden noodzakelijk voor het verkrijgen van een ontheffing van EU-sancties.
[Ondertekening door of namens de deken]
Nb. De deken is niet de toezichthoudende autoriteit ingevolge de Sanctiewet. Zie ook het antwoord bij vraag 6.
-
5. Wanneer is er sprake van verbondenheid tussen een rechtspersoon en een gesanctioneerde (rechts)persoon?
Een rechtspersoon is ‘verbonden’ met een gesanctioneerde (rechts)persoon indien er sprake is van een eigendomsrelatie of zeggenschapsrelatie (zie Commission Opinion van 19 juni 2020 C(2020) 4117, p. 2 en 3).
Er wordt geacht sprake te zijn van een eigendomsrelatie indien meer dan 50% van de aandelen van een rechtspersoon (direct of indirect) worden gehouden door een gesanctioneerd (rechts)persoon.
Er is sprake van een zeggenschapsrelatie indien een gesanctioneerde (rechts)persoon doorslaggevende zeggenschap (direct of indirect) kan uitoefenen over een andere rechtspersoon. De volgende, niet-limitatieve, omstandigheden kunnen duiden op een zeggenschapsrelatie:
i. het recht hebben of het uitoefenen van de bevoegdheid om de meerderheid van de leden van het toezichthoudend, leidinggevend of bestuursorgaan van een dergelijke rechtspersoon of entiteit aan te stellen of te ontslaan;
ii. het aangesteld hebben, enkel als gevolg van de uitoefening van zijn stemrechten, van de meerderheid van de leden van het toezichthoudend, leidinggevend of bestuursorgaan van een rechtspersoon of entiteit die gedurende het lopende en voorgaande begrotingsjaar in functie waren;
iii. het, ingevolge een overeenkomst met andere aandeelhouders in of leden van een rechtspersoon of entiteit alléén zeggenschap hebben over de meerderheid van de aandeelhouders- of ledenstemrechten in die rechtspersoon of entiteit;
iv. het bezit van het recht tot het uitoefenen van een overheersende invloed op een rechtspersoon of entiteit ingevolge een met die rechtspersoon of entiteit aangegane overeenkomst of een bepaling in het memorandum of de akte van oprichting, wanneer het recht dat die rechtspersoon of entiteit beheerst een dergelijke overeenkomst of bepaling toestaat;
v. het hebben van de bevoegdheid tot het uitoefenen van het recht om de overheersende invloed als bedoeld in punt d) uit te oefenen zonder de houder van dat recht te zijn;
vi. het hebben van het recht om alle of een deel van de activa van een rechtspersoon of entiteit te gebruiken;
vii. het op geconsolideerde basis beheren van een rechtspersoon of entiteit gepaard gaande met het publiceren van geconsolideerde jaarrekeningen; of
viii. het gezamenlijk en hoofdelijk delen van de financiële verplichtingen van een rechtspersoon of entiteit of het garanderen van deze verplichtingen. Indien aan een van deze criteria is voldaan, wordt de rechtspersoon of entiteit vermoed onder de zeggenschap te staan van een andere persoon of entiteit, tenzij per geval het tegendeel kan worden bewezen.De belangen van meerdere gesanctioneerde (rechts)personen dienen te worden gestapeld om te beoordelen of er sprake is van een eigendoms- of zeggenschapsrelatie. ‘Stapelen’ houdt in dat de belangen van verschillende gesanctioneerde personen bij elkaar worden opgeteld.
De beoordeling van de ‘verbondenheid’ moet ‘case-by-case’ plaatsvinden, waarbij voormelde uitgangspunten kunnen helpen. Deze uitgangspunten zijn niet doorslaggevend – indien uit de omstandigheden van het geval blijkt dat er op andere wijze sprake is van eigendom of zeggenschap, dan moet ook worden aangenomen dat er sprake is van een verbonden partij.
-
6. Wie is de toezichthouder op de naleving van de Sanctieverordening door advocaten?
Op dit moment is er, strikt genomen, nog geen aparte toezichthouder voor de naleving van de sanctieregelgeving voor de advocatuur. De Nationaal Coördinator Sanctienaleving en Handhaving beveelt aan het toezicht op de aanbevolen meldplicht voor de advocatuur (en ook notarissen en accountants) centraal vast te leggen bij wet in formele zin (Rapport van de nationaal coördinator sanctienaleving en handhaving d.d. 12 mei 2022, https://www.advocatenorde.nl/sanctieregelgeving). De minister van Buitenlandse Zaken en de minister voor Rechtsbescherming werken aan een wettelijke regeling met betrekking tot het toezicht op de naleving van de sanctieregelgeving door advocaten, waarbij de rechtstatelijke uitgangspunten, zoals de wettelijke geheimhoudingsplicht en het onafhankelijk toezicht in acht worden genomen (Beantwoording d.d. 26 april 2022 van de minister van Financiën, mede namens de minister voor Rechtsbescherming, van vragen van de leden Van Nispen en Jasper van Dijk, Handelingen II, 2021/2022, Aanhangsel bij 2556).
Alle natuurlijke en rechtspersonen, waaronder advocaten, zijn verplicht de Sanctiewet 1977 na te leven (volgens art. 13 Sw, art. 1 lid 2 WED en art. 2 WvSr). Daarnaast zijn alle advocaten verplicht verdachte transacties en pogingen tot verdachte transacties te melden bij de FIU-NL (art. 16 Wwft). Bovendien moet een advocaat op grond van artikel 7.2 Voda, cliëntenonderzoek uitvoeren en via dit artikel zou de deken advocaten kunnen aanspreken op niet-naleving van sanctieregeling.
-
7. Ben ik op grond van de Sanctieverordening gehouden om informatie te verstrekken aan het bevoegde gezag?
Bij Verordening (EU) nr. 1273/2022 van de Raad van 21 juli 2022 is artikel 8 (van Verordening (EU) nr. 269/2014) als volgt gewijzigd:
a) lid 1 wordt vervangen door:
1. Niettegenstaande de geldende voorschriften inzake rapportage, vertrouwelijkheid en beroepsgeheim zijn natuurlijk personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen verplicht:
a) alle informatie die de naleving van deze verordening vergemakkelijkt, zoals informatie in verband met rekeningen en bedragen die overeenkomstig artikel 2 zijn bevroren of informatie over tegoeden en economische middelen op het grondgebied van de Unie die toebehoren aan, eigendom zijn, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van in de lijst van bijlage I opgenomen natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen en die niet zijn behandeld als bevroren door de natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die daartoe verplicht zijn, onverwijld te verstrekken aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar zij hun woonplaats hebben of gevestigd zijn, en deze informatie, direct of via de autoriteiten van de lidstaat, aan de Commissie te doen toekomen; en
b) samen te werken met de bevoegde autoriteit bij de verificatie van deze informatie.
b) de volgende leden worden toegevoegd aan artikel 8:
4. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten, met inbegrip van handhavingsautoriteiten en beheerders van officiële registers waarin natuurlijk personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen alsmede onroerende of roerende goederen worden geregistreerd, verwerken informatie, inclusief persoonsgegevens, en wisselen deze uit met andere bevoegde autoriteiten van de lidstaten en de Commissie.
5. De verwerking van persoonsgegevens geschiedt overeenkomstig deze verordening en Verordeningen (EU) 2016/679 en (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad en slechts voor zover dit nodig is voor de toepassing van deze verordening en om te zorgen voor doeltreffende samenwerking tussen de lidstaten en met de Commissie bij de toepassing van deze verordening
Nuancering per 28 juli 2022: het ministerie van Buitenlandse Zaken begrijpt op dit moment dat onder de meldplicht van artikel 8 van Verordening (EU) nr. 269/2014 niet valt:
- Informatie van of over een gesanctioneerde cliënt waarvan de advocaat uit hoofde van zijn beroepsuitoefening kennis neemt en die noodzakelijk is voor de verdediging of vertegenwoordiging van de gesanctioneerde cliënt in het kader van of in verband met een rechtsgeding, daaronder begrepen informatie die noodzakelijk is voor het bepalen van de rechtspositie of voor het instellen of vermijden van een rechtsgeding.
- Communicatie van de Europese Commissie over deze bepaling, zoals ‘guidance’ of uitkomsten van gesprekken van EU-lidstaten met de Europese Commissie over de reikwijdte van artikel 8, kunnen mogelijk leiden tot het bijstellen van bovenstaande lijn.De meldplicht op grond van de Wwft blijft onverminderd van kracht, indien van toepassing.
-
8. Hoe ver rijkt mijn onderzoeksverplichting als advocaat om te controleren of (de wederpartij van) mijn cliënt mogelijk verbonden is aan een gesanctioneerde (rechts)persoon?
De Sanctieverordening bevat geen expliciete voorschriften voor het verrichten van onderzoek naar de ‘verbondenheid’ van een bestaande of toekomstige cliënt met een gesanctioneerde (rechts)persoon. Wel bepaalt artikel 10 (2) van de Sanctieverordening dat een marktpartij niet aansprakelijk is voor een inbreuk op een sanctienorm, indien de marktpartij niet wist en geen gegronde reden had om te vermoeden dat zijn handelingen een inbreuk zou vormen op de bij de verordening ingestelde maatregelen. Dit veronderstelt dus wel een bepaalde onderzoeksverplichting.
Het doel van de onderzoeksverplichting is het in kaart brengen van de eigendoms- en zeggenschapsrelatie over de cliënt. De exacte onderzoek verplichtingen hangen af van de risico’s die samenhangen met de uitvoering van de activiteiten en identiteit van de cliënt en de dienstverlening aan de cliënt. Het is aan iedere advocaat om eigen beleid te vormen op dit punt.
Daarnaast zal de advocaat ook onderzoek moeten doen naar de wederpartij(en) van de cliënt om zeker te stellen dat niet wordt gehandeld in strijd met het omzeilingsverbod en om ervoor te zorgen dat hij geen tegoeden of economische middelen aan die wederpartij verstrekt als die wederpartij gesanctioneerd blijkt.
Het onderzoek dat de Sanctieverordening veronderstelt, heeft een ruimere reikwijdte dan de onderzoek verplichtingen onder de Wwft omdat het begrip ‘verbonden partijen’ ruimer is dan UBO. Echter, het feit dat iemand als UBO kwalificeert is wel een indicatie dat er sprake kan zijn van ‘verbondenheid’ met die UBO. De resultaten van een Wwft-onderzoek kunnen dus behulpzaam zijn bij de onderzoeksverplichting onder de Sanctieverordening.
De advocaat zal ook onderzoek moeten doen naar de wederpartij(en) van de cliënt om zeker te stellen dat niet wordt gehandeld in strijd met het omzeilingsverbod en om ervoor te zorgen dat hij geen tegoeden of economische middelen aan die wederpartij verstrekt als die wederpartij gesanctioneerd blijkt.
-
9. Mag ik de advocaat-cliëntrelatie verbreken indien blijkt dat mijn cliënt een gesanctioneerde (rechts)persoon of een aan hem/haar verbonden partij is?
Als een advocaat besluit om niet langer juridische diensten te verlenen, dan moet de advocaat in beginsel de dienstverlening staken. Dit is ingegeven door de gedachte dat voorkomen moet worden dat de gesanctioneerde (rechts-)persoon of verbonden partij een andere advocaat vraagt om alsnog juridische diensten te verlenen en op die wijze (het doel van) de Sanctieverordeningen kan omzeilen. Het stopzetten van de dienstverlening duurt tot op het moment dat de Sanctieverordening gewijzigd wordt, de verplichting om te bevriezen van tegoeden of economische middelen ophoudt te bestaan of anderszins bericht hierover wordt ontvangen van bevoegde autoriteiten.
-
10. Waar vind ik juridische informatie van de Rijksoverheid over de sanctiemaatregelen?
Op haar website heeft de Rijksoverheid een lijst met veelgestelde juridische vragen over de sancties tegen Rusland en Belarus gepubliceerd.