Toezicht op de advocatuur / Onafhankelijke Toezichthouder Advocatuur (OTA)

Sinds het verschijnen van het eindrapport evaluatie Wet positie en toezicht advocatuur (Wpta) in 2020 en de daarop gepresenteerde beleidsvoornemens vanuit het ministerie van Justitie en Veiligheid, heeft een aantal ontwikkelingen plaatsgevonden die toenmalig minister voor Rechtsbescherming Dekker (VVD) ertoe bracht om het oorspronkelijk voorgestelde toezichtsmodel – voortzetting van de lokale uitoefening van het toezicht, gecombineerd met de formalisering van het dekenberaad - aan te passen.

In 2022 sprak de NOvA haar steun uit voor het voorstel van de minister voor Rechtsbescherming voor één landelijk toezichthouder op de advocatuur  - destijds genoemd de LTA: Landelijke Toezichthouder Advocatuur. In dat voorstel wordt het toezicht gecentraliseerd bij de LTA (met drie bestuurders)  in plaats van per arrondissement uitgeoefend door de lokale dekens. Tegelijk bleef het toezicht binnen de beroepsgroep georganiseerd, onafhankelijk van de overheid, waardoor de vertrouwelijkheid van de relatie tussen cliënt en advocaat verzekerd is.

Minister Weerwind heeft de verdere uitwerking van het toezicht op de advocatuur ter hand genomen, waarbij de uitgangspunten van gecentraliseerd toezicht – nu echter benoemd als OTA: Onafhankelijke Toezichthouder Advocatuur - en de positionering daarvan binnen de beroepsgroep in stand zijn gebleven.

De NOvA vindt dat de minister hiermee oog heeft voor de kernwaarden van de advocatuur en de onafhankelijke positie van de beroepsgroep binnen de rechtsstaat. De algemene raad ziet de komst van een landelijk toezichthouder dan ook als een versterking van het toezicht en als een waarborg om het maatschappelijk vertrouwen in de advocatuur te behouden.

In maart 2023 heeft de NOvA haar visie op het toekomstig toezicht aangeboden aan de minister voor Rechtsbescherming. Om de kwaliteit van het toezicht te waarborgen heeft de algemene raad een bestuur (van de OTA) voorgesteld bestaande uit advocaten en niet-advocaten, onafhankelijk gepositioneerd ten opzichte van de staat en andere organen van de NOvA. De kosten voor het toekomstig toezicht worden, net als nu, gedragen door de beroepsgroep. De algemene raad is van mening dat de sterkste schouders daarbij de zwaarste lasten moeten dragen. De visie van de algemene raad op de herziening van het toezicht is gevoed door gesprekken met verschillende groepen binnen de advocatuur waaronder de lokale dekens, sociaal advocaten, grote kantoren, het college van toezicht en de raad van advies. Ook heeft een kernteam van het college van afgevaardigden een advies aan de algemene raad uitgebracht.

Medio 2023 heeft de minister voor Rechtsbescherming zijn plannen voor de nadere invulling van de versterking van het toezicht op de advocatuur naar de Tweede Kamer gestuurd. De minister volgde in grote lijnen het standpunt van de algemene raad, die de minister steunde in zijn keuze om het toezicht op de advocatuur bij de OTA volledig onafhankelijk van de staat te blijven organiseren. Hiermee wordt een volgende stap gezet naar onafhankelijk, transparant, uniform, preventief en effectief toezicht op de advocatuur. In die plannen blijft klachtbehandeling bij de lokale dekens, gefaciliteerd met een centraal meldpunt voor klachten bij de OTA.

Naar aanleiding van de keuze van de minister om toezicht en klachtbehandeling niet in één hand te beleggen, heeft de Tweede Kamer tijdens het commissiedebat Juridische beroepen van 10 april 2024 aan demissionair minister Weerwind gevraagd welke alternatieven voor klachtbehandeling en toezicht hij nog meer heeft onderzocht. In een brief van 13 mei 2024 zet de minister deze alternatieven uiteen en licht hij toe waarom hij gekozen heeft voor een onafhankelijke toezichthouder die toezicht uitvoert en (bestuursrechtelijk) handhaaft met een centraal meldpunt voor klachten, maar de klachtbehandeling zelf door de lokale dekens laat uitvoeren.
Tijdens dit commissiedebat heeft de VVD een tweeminutendebat aangekondigd. Deze debatten bieden Kamerleden de mogelijkheid een motie in te dienen om regeringsbeleid aan te passen.

Het wetsvoorstel wordt naar alle waarschijnlijkheid in de zomer 2024 naar de Tweede Kamer gestuurd en zal op een later moment dat jaar worden behandeld. De NOvA blijft dit dossier nauwgezet volgen.

Veelgestelde vragen
Kijk voor meer informatie over de Onafhankelijke toezichthouder advocatuur bij de veelgestelde vragen.

Tijdlijn
Bekijk de actuele tijdlijn van 2010 tot nu over het veranderende toezicht, de Wet positie en toezicht advocatuur en de onafhankelijke toezichthouder advocatuur.