Deskundigheid
De advocaat moet voldoende deskundig zijn om de belangen van zijn cliënt te dienen. Hierbij staat de juridische deskundigheid van de advocaat voorop. Hij moet op basis van actuele juridische kennis de inhoudelijke en procesrechtelijke kant van een zaak kunnen beoordelen. De advocaat moet over voldoende kennis en deskundigheid beschikken om in het concrete geval te adviseren en te procederen. Alleen dan kan hij een adequate bijdrage leveren aan een goede behandeling van de zaak en – in voorkomende gevallen – aan een goed verloop van de gerechtelijke procedure. Dit brengt mee dat hij zich onthoudt van de verlening van rechtsbijstand op rechtsgebieden waarin hij niet of over onvoldoende deskundigheid beschikt. Vanzelfsprekend kan hij, als bijzondere specialistische kennis nodig is, hierover ook beschikken door zich te verzekeren van een goede samenwerking met een daarin gespecialiseerde advocaat of het inhuren van ter zake deskundigen.
Van een advocaat mag in ieder geval worden verwacht dat hij zijn cliënt – die veelal niet in staat is om over de juridische kennis van de advocaat te oordelen – tijdig informeert over zijn deskundigheden. Datzelfde geldt voor de vraag of hij, al dan niet met de inschakeling van derden, voldoende geëquipeerd is om rechtsbijstand te verlenen in concrete zaken op specifieke rechtsgebieden. Voldoende kennis en deskundigheid bij advocaten is van belang om te kunnen voldoen aan de eisen die op grond van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM) worden gesteld aan rechtsbijstand van rechtzoekenden.
Behalve kennis en kunde mag van de advocaat verwacht worden dat hij ook in andere opzichten in staat is om een zaak naar behoren te kunnen behartigen. Dit betekent bijvoorbeeld dat zijn kantoororganisatie voldoende op orde moet zijn.