28aug

Interview Leonard Böhmer

Op 1 juni jl. is Leonard Böhmer afgetreden als lid van de algemene raad van de Nederlandse orde van advocaten. Twee jaar lang had hij Digitalisering van de rechtspraak in zijn portefeuille. Toen hij begon was digitaal procederen nog in ontwikkeling en merkten advocaten er nog niets van. Inmiddels heeft zijn kantoor als één van de eerste ervaring opgedaan met digitaal procederen. Hoe heeft hij deze periode ervaren?

Leonard BohmerWaarom ben je je gaan bezighouden met de portefeuille Digitalisering van de rechtspraak?

Als advocaat hou ik me in mijn praktijk vooral bezig met procederen; van de toenmalige leden van de algemene raad had ik de meeste belangstelling voor het procesrecht. Ik heb ook affiniteit met digitalisering. Nog voor ik de portefeuille overnam (van Bart van Tongeren, die in augustus 2015 algemeen deken werd – red.), was me wel duidelijk dat de huidige manier van procederen goed werkt, maar archaïsch is en ook papierslurpend. Ik stond open voor verandering. Als ik geen AR-lid was geweest, had ik zeker aan de vrijwillige pilot hier in Midden-Nederland meegedaan.

Wat was de grootste uitdaging in dit dossier toen je aantrad? Hoe staat dat er nu voor?

Het veranderen van het perspectief van de Raad voor de rechtspraak en de projectdirectie. Op het moment dat ik aantrad was men erg intern gericht. Wat goed was voor de rechter, was goed voor alle procesdeelnemers. Dat beeld moest worden rechtgezet. Mijn gevoel is nu dat dit nu bijna helemaal goed zit. Het besef bij de Raad en de projectdirectie dat het procesrecht van alle deelnemers is en niet alleen van de rechter, is helemaal doorgedrongen. Dat komt eerst en vooral door een zeer positieve wijziging in opstelling van de projectdirectie en van de Raad. De zeer stevige gesprekken met de Raad naar aanleiding van onze confrontatie in de Senaat en het aantreden van een aantal nieuwe leden tot de projectdirectie hebben daar zeker aan bijgedragen. Ook het aanstellen door de Raad van een omgevingsmanager, die wekelijks langskomt bij de NOvA om de voortgang te bespreken, heeft veel geholpen. Maar op de achtergrond speelt nog steeds een beetje de gedachte dat digitalisering vooral voor de rechtbanken en rechters goed moet lopen. Dat dit ook voor anderen goed moet zijn is een belangrijke, maar ietwat secundaire afweging. Daar moet de NOvA bovenop blijven zitten.

Hoe heb je de samenwerking met de Raad voor de rechtspraak ervaren?

Die samenwerking heeft dus een hele grote positieve ontwikkeling doorgemaakt. Van vriendelijk welwillend zonder echte concrete samenwerking, naar een klimaat van samenwerking waarbij iedere deelnemer aan de discussie zijn eigen taken en verantwoordelijkheden had en hield. In het begin vond ik het heel stroef, aan het eind heel prettig.

Heb je vaak met advocaten gesproken? Hoe denk je dat de balie tegenover digitaal procederen staat?

Ja. Wekelijks, soms dagelijks en een heel enkele keer zelfs meerdere malen per dag. Telefoontjes, e-mails, collega’s die je aanspreken op bijeenkomsten van de lokale Orde, de landelijke Orde, de rechtbank en zelfs bij feesten en partijen. Daaruit bleek een regenboog aan meningen, verwachtingen en angsten. Van extreem negatief tot heel enthousiast en alles wat daar tussenin zit. Sommigen hadden op dat moment nog geen benul van wat er ging veranderen, anderen hadden al ver vooruit gedacht over nieuwe werkwijzen en kansen tot besparing.

Je eigen kantoor is als één van de eerste digitaal gaan procederen. Ben je tevreden?

We staan nog helemaal aan het begin. Wat tot nu toe heeft plaatsgevonden is een vrijwillige pilot. Om een oordeel te vellen moeten we minstens negen maanden tot een jaar verder zijn. Wat me nu al in praktische zin opvalt is dat er veel minder papier op kantoor nodig is. Verder is de bereidwilligheid van de rechtbank Midden-Nederland om alles soepel te laten lopen heel positief. Je kunt duidelijk merken dat men heel graag wil dat dit een succes wordt. Er wordt dus ook goed gelet op hoe het beter kan, zowel voor de rechtbank als voor de advocaat.

Wat zou je nog aan de advocatuur willen meegeven over digitaal procederen?

Digitaal uploaden is echt niet moeilijk; als je ooit een vliegreis of een boek online hebt gekocht, lukt uploaden ook wel. Maar let op de écht grote veranderingen: zowel op het gebied van agendabeheer en dossierbeheer als de voorbereiding indiening processtukken en voorbereiding zitting.

Vond je het leuk?

Ik heb veel plezier gehad en veel geleerd. Over hoe het besluitvormingsproces voor zo’n enorme operatie tot stand komt, hoe complex het is om alle verlangens en verantwoordelijkheden van partijen bij elkaar te brengen. Ook de samenwerking tussen Raad, individuele advocaten en de medewerkers van het landelijk bureau was mooi om te zien. Veel advocaten hebben belangeloos veel tijd besteed aan het verbeteren van het systeem door deel te nemen aan gebruikerstests, werkgroepen en klankbordgroepen. Zonder hen was dit niet mogelijk geweest. En die positief-kritische houding en inzet blijft de komende jaren hard nodig.

2017