29feb

Achtergrond: zes tips voor patroons

Als patroon ben je hét aanspreekpunt en rolmodel voor de advocaat-stagiair. Patroons geven het goede voorbeeld. Bij hen kan de startende advocaat gevoelens kwijt en aankloppen voor advies. Eigenlijk is een patroon dé rots in de branding. Het is dus niet voor niets dat er een verplichting is om een patroonscursus te volgen. Trainer Marloes ter Huurne geeft zo’n cursus en heeft enkele tips voor aanstaande patroons.

23-09_MarloesTerHuurne-Shot4_0362_

In maart begint een nieuwe lichting advocaat-stagiairs met de Beroepsopleiding Advocaten. Bijna 600 jonge advocaten beginnen dan aan hun carrière in de advocatuur. De aankomende twee jaar krijgen zij onder andere vaardigheden aangeleerd op het gebied van communicatie, ethiek en integriteit, procederen en presenteren, onderhandelen en ondernemerschap. Hun ontwikkeling staat of valt met goede en professionele begeleiding. Niet alleen van de trainers in de beroepsopleiding, maar ook van collega’s op kantoor. En van hun patroon.

Geloof in eigen kunnen
“Patroon zijn, is niet eenvoudig. Je moet de advocaat-stagiair begeleiden, vertrouwen geven en zoveel mogelijk autonomie bieden”, aldus Marloes ter Huurne. Zij studeerde zelf rechten en sociale psychologie. Sinds 2013 is zij als trainer en mentor betrokken bij de Beroepsopleiding Advocaten. Vanaf 2022 is ze ook hoofddocent communicatieve vaardigheden en onderhandelen voor de Law Firm School (LFS). “Mensen presteren op hun best als ze zelf geloven dat ze het kunnen. Dat geloof ontstaat niet zomaar, vooral niet als je net aan iets nieuws begint. Je hebt bevestiging nodig van degenen die er volgens jou verstand van hebben. Hier ligt dus bij uitstek een taak voor de patroon. Zonder dat geloof komen prestaties minder goed uit de verf en wordt men onzeker, waardoor een negatieve vicieuze cirkel ontstaan. Geen goede start van een carrière.”

Tips voor patroons

Marloes ter Huurne heeft zes tips voor patroons:

1.   Luister actief
Vraag geregeld hoe het met de advocaat-stagiair gaat en besteed daar aandacht aan. ‘Prima’ betekent niet altijd dat het goed gaat. Luister echt, vraag door en zet je eigen referentiekader uit. Iedereen doet aannames en vult dingen in. Wees je daar bewust van en probeer dat bij jezelf te corrigeren. Zorg dat je er voor de advocaat-stagiair bent. Typ niet verder terwijl hij of zij aan je bureau staat om wat te vragen. Laat weten dat je dit even aftypt en dan een en al oor bent. Overigens is hierin ook een rol weggelegd voor de stagiair zelf. Deze moet durven en willen aankloppen. Het is een wisselwerking. Creëer als patroon de gelegenheid.

 2.   Geef vertrouwen
Heb vertrouwen in je advocaat-stagiair. Door vertrouwen heeft de advocaat-stagiair het idee het zelf te kunnen. Dat zorgt voor betere prestaties, motivatie en het vermogen om goed met tegenslagen om te kunnen gaan. Doe vooral niet aan micromanagement. Dat werkt averechts.

3.   Benoem wat goed gaat
Let op de punten die goed gaan in plaats van alleen op de situaties die niet goed gaan. Dat is voor juristen best lastig. Als jurist word je opgeleid om fouten te ontdekken en gaten dicht te timmeren. Uit onderzoek blijkt dat mensen zich beter ontwikkelen vanuit het besef wat al lukt, dan vanuit het besef wat nog niet lukt.

4.   Behandel je stagiair zoals je ook een klant behandelt
Zeg niet op het laatste moment afspraken, zoals evaluatiemomenten, af. Neem een afspraak met je advocaat-stagiair serieus. Jouw advocaat-stagiair heeft zich er ook op voorbereid.

5.   Ga samen wandelen
Ga tijdens een wandeling met elkaar in gesprek. Het feit dat je jouw motorische gedeelte van je hersenen gebruikt, zorgt ervoor dat je beter naar elkaar luistert. Je bent namelijk beter gefocust. Wandelen is sowieso heel goed voor je. Daarnaast blijkt het voor de meeste mensen makkelijker om op die manier over gevoelige dingen te praten.

6. Geef autonomie
Geef gedurende die stageperiode steeds een beetje meer verantwoordelijkheden. Ik benoem tijdens mijn patroonscursus vaak een voorbeeld dat ik meemaakte tijdens het doceren in de beroepsopleiding. Twee deelnemers zaten er heel moe bij. Eén van hen was ook echt chagrijnig, terwijl de ander moe maar voldaan oogde. Wat bleek? De één had tot 01.00 uur in de nacht doorgewerkt om allemaal dingen te doen die opgelegd waren door collega’s. De ander had ook tot 01.00 uur gewerkt, maar was zelfstandig met een zaak bezig en wilde nog wat dingen uitzoeken. Daar waar de ene deelnemer zich voor het karretje gespannen voelde, was de ander juist extra enthousiast. Dat is een verschil in motivatie, voldoening en daarmee in ontwikkeling.

2024