Vakbekwaamheid cassatiebalie
Nederlandse advocaten met een stageverklaring en EU-advocaten (artikel 16h Advocatenwet) kunnen zich kwalificeren als advocaat bij de Hoge Raad. Dit is een advocaat die partijen vertegenwoordigt bij civiele cassatiezaken.
De behandeling van cassatiezaken vergt specifieke deskundigheid. Daarom worden aan advocaten die civiele cassatieberoepen bij de Hoge Raad behandelen, aanvullende vakbekwaamheidseisen gesteld. Daaronder valt onder meer de plicht jaarlijks tien opleidingspunten te behalen op het gebied van civiele cassatie. Ook moeten deze advocaten een minimum aantal zaken hebben behandeld, de zogeheten vliegureneis.
Voor een voorwaardelijke inschrijving als advocaat bij de Hoge Raad moet de advocaat aantonen te hebben voldaan aan - op de civiele cassatie gerichte - opleidingseisen en moet de advocaat met goed gevolg een mondeling examen hebben afgelegd. De voorwaardelijke inschrijving heeft een geldigheidsduur van drie jaar.
Om de voorwaardelijke inschrijving te kunnen omzetten in een definitieve inschrijving moet de advocaat een proeve van bekwaamheid afleggen. De advocaat kan de proeve afleggen nadat hij heeft aangetoond te hebben voldaan aan de opleidingsvereisten en aan de vliegureneis.