Wet- en regelgeving

Juridische databank

Wetgevingsadviezen

De heer Mr A.H. Korthals,
Minister van Justitie
Postbus 20301
2500 EH  Den Haag



Den Haag, 9 februari 2000
Doorkiesnummer        070 – 335 35 68
E-mail                        m.davis@advocatenorde.nl
Dossiernummer                5.5.2/1



Mijnheer de Minister,

Betreft:         Concept-wetsvoorstel Vergelijkende Reclame
        Aanpassing van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek aan richtlijn nr. 97/55/EG van het Europees                 Parlement en de Raad van 6 oktober 1997 tot wijziging van richtlijn 84/450/EEG inzake misleidende         reclame teneinde ook vergelijkende reclame te regelen (PbEG L290)


Bij brief van 12 januari 2000 verzocht u de Algemene Raad om commentaar op het Concept-wetsvoorstel Vergelijkende Reclame.

De Algemene Raad kan zich met het Concept-wetsvoorstel zoals dat er nu ligt, in beginsel verenigen. De Raad meent dat de Richtlijn Vergelijkende Reclame hiermee op deugdelijke wijze in de nationale wetgeving wordt geïmplementeerd.

Wel wil de Raad een kanttekening plaatsen bij de passages opgenomen onder ‘PM’ op de pagina´s 8/9 van de Concept Memorie van Toelichting, waarin ten aanzien van de EPI-beschikking van 7 april 1999 wordt aangekondigd dat daarover nog een nader standpunt volgt. De Algemene Raad gaat er vanuit dat hij in de gelegenheid zal worden gesteld daarover eveneens advies uit te brengen. De Raad verzoekt u dan ook hem dit nadere standpunt voor te leggen zodra dit is geformuleerd.

Hoogachtend,



Barbara van Dorp,
Public Affairs
b/a Maureen Davis,
       Public Affairs/Juridische Zaken