Wet- en regelgeving

Juridische databank

Wetgevingsadviezen

De Minister van Justitie
Postbus 20301
2500 EH  DEN HAAG
Den Haag, 6 augustus 2007                                
Uw kenmerk: 5488239/0706
Doorkiesnummer: 070-335 35 13
E-mail: a.hoevers@advocatenorde.nl
Dossiernummer: 4.3.4/3


Eindrapport derde evaluatiecommissie Wet BOPZ


Mijnheer de Minister,

Bij brief van 8 juni 2007 verzocht u de Nederlandse Orde van Advocaten om een reactie op het eindrapport van de derde evaluatiecommissie van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet BOPZ). Het gaat u in het bijzonder om de afzonderlijke conclusies in hoofdstuk 3, de aanbevelingen in hoofdstuk 3.18 en de contouren van het nieuwe wettelijke stelsel in hoofdstuk 4. De Algemene Raad maakt graag van deze gelegenheid gebruik.

In het kader van de evaluatie zijn meerdere onderzoeken uitgezet en de evaluatiecommissie heeft een groot aanbevelingen gedaan. De derde evaluatie biedt een grondige analyse van de huidige wet en de werking daarvan. De Algemene Raad meent dat zeer zorgvuldig werk is verricht en kan zich zeer goed vinden in de door de commissie geformuleerde uitgangspunten voor een toekomstbestendige regeling.

De Algemene Raad is verheugd dat bij deze geformuleerde uitgangspunten de patiënt centraal komt te staan. Was het in het kader van de Krankzinnigenwet zo dat met name de dokter bepaalde wat in het belang van de patiënt was, in het kader van de BOPZ wordt veel aan de patiënt overgelaten, ook wanneer de patiënt niet in staat is om zijn belangen naar behoren te behartigen doordat er sprake is van wilsonbekwaamheid. Daarmee kwam de patiënt als het ware in de kou te staan.

In de geformuleerde uitgangspunten wordt goed onderscheid gemaakt tussen de patiënten die wel hun eigen wil kunnen bepalen en de patiënten die dat niet kunnen. Voor beiden geldt dat zij recht hebben op goede zorg. Deze zorg dient zich niet alleen uit te strekken tot de momenten dat er sprake is van een crisis of van een dwangsituatie, maar de zorg zal een continuüm moeten zijn in vele vormen van meer naar minder dwang. Zo lang daarbij de rechtspositie van de patiënt is gewaarborgd - en ook daar zijn uitgangspunten voor geformuleerd - lijkt dat een goede zaak te zijn.
De Algemene Raad deelt de mening van de evaluatiecommissie dat de toezichthouders, het openbaar ministerie en de inspectie de aan hen toebedeelde rol niet in alle opzichten hebben waargemaakt. Het is de advocatuur al jaren een doorn in het oog dat de officier van justitie in de procedures een marginale rol speelt. Daardoor wordt de behandelend arts niet zelden in de rol van het openbaar ministerie geduwd, en ook de advocatuur niet zelden gedwongen om taken op zich te nemen die eigenlijk behoren tot die van het Openbaar Ministerie.

Het voorstel om te komen tot een Commissie psychiatrische zorg zou uitkomst bieden. Deze commissie krijgt een breed takenpakket. Het voordeel is dat er ook hier continuïteit wordt gecreëerd in de zorg voor de psychiatrische patiënt.

Met de evaluatiecommissie is de Algemene Raad van mening dat de wet zoals deze thans vorm heeft gekregen niet toekomstbestendig is. Met de aanbevelingen van de evaluatiecommissie zou moeten worden toegewerkt naar een nieuwe redactie van de Wet BOPZ. Al met al is de Algemene Raad zeer positief over de voorgestelde uitgangspunten.

Met de meeste hoogachting,
namens de Algemene Raad,

J.J.H. Suyver,
algemeen secretaris

Mijn Documentenlijst

PDF genereren