Wet- en regelgeving

Juridische databank

Wetgevingsadviezen

Aan de Minister van Justitie
Postbus 20301
2500 EH Den Haag



Den Haag, 3 april  2003
Dossiernummer:3.5.5/1
Uw kenmerk:5201592/802
Doorkiesnummer:070-335 35 13
Faxnummer:070-335 35 32
E-mail:a.vanarkel@advocatenorde.nl
Verhoging competentiegrens kantonrechter
Mijnheer de Minister,

Bij brief van 20 december 2002 bood U ons het rapport “Van rechtbank naar kanton” aan. Daarnaast verzocht u ons om u deelgenoot te maken van onze visie op een verdere verhoging van de competentiegrens van de Kantonrechter tot € 11.250.
De Algemene Raad heeft met belangstelling kennis genomen van het bovengenoemde rapport en terzake advies gevraagd aan de Adviescommissie Burgerlijk Procesrecht.
De Algemene Raad heeft op zichzelf geen principiële bezwaren tegen verdere verhoging van de competentiegrens wat betreft de rechterlijke kwaliteit. Wel is de Algemene Raad van mening dat een verdere verhoging niet zonder meer positief is voor rechtzoekenden.
Enerzijds heeft de evaluatie uitgewezen dat rechtzoekenden door de eerdere verhoging van de competentiegrens tot ƒ 10.000,-- gebruik hebben gemaakt van hun keuzevrijheid andere juridische hulpverleners in te schakelen dan advocaten, maar anderzijds lijkt daardoor een kwalitatief verschil te zijn ontstaan in de wijze waarop belangen van partijen worden behartigd. Er werden minder schikkingen getroffen en minder zaken konden worden geroyeerd. Daardoor nam de druk op de rechter onnodig toe. Nu er minder advocaten bij de rechtszaken betrokken waren, werden ook minder bijzondere proceshandelingen verricht wat ten koste ging van de kwaliteit van de rechtsgang. Met name verweerders zonder advocaat bleken zichzelf te benadelen nu zij hun argumenten niet op juridisch juiste wijze naar voren wisten te brengen. Door deze ontwikkeling kan voor de rechtzoekende een minder bevredigende rechtsgang ontstaan, die ertoe kan leiden dat het vertrouwen in het recht bij de rechtzoekende daalt.
Bij een verdere verhoging van de competentiegrens tot € 11.250 (ƒ 25.000) worden de financiële belangen groter en doorgaans ook de ingewikkeldheid van de zaak. De Algemene Raad is van oordeel dat ook in zaken met een belang tot de nu overwogen verhoogde competentiegrens kwalitatief goede rechtsbijstand gewenst is, zodat dergelijke geschillen op effectieve wijze beslecht kunnen worden. De rechtzoekende zal ook eerder bereid zijn de uitkomst van zijn zaak te accepteren indien hij daarin behoorlijke rechtsbijstand heeft gekregen. Dit voorkomt het instellen van hoger beroep door de rechtzoekende en vergroot de kans op schikkingen. Met het oog op beide is een actieve rol van een advocaat noodzakelijk.
De Algemene Raad wijst er nog op dat het evaluatierapport geen rekening houdt met de herziening van het Burgerlijk Procesrecht per 1-1-2002. De Algemene Raad is van mening dat het van belang is ook deze wijzigingen te betrekken bij de vraag of de competentiegrens opnieuw verhoogd moet worden. Met name is het van belang om te weten wat het effect is van de versneld-regimeprocedure, de standaard comparitie na antwoord, de strengere eisen die aan de dagvaarding gesteld worden en de kortere termijn van dagvaarden op de procedures bij de Kantonrechter.
De Algemene Raad maakt dan ook een keuze voor de door u genoemde modaliteit (1) het onderwerp eerst nader bezien in het kader van de fundamentele herbezinning op het burgerlijk procesrecht. De Algemene Raad zou in dat verband willen afzien van het invoeren van een verdere verhoging van de competentiegrens totdat de resultaten van de herbezinning bekend zijn.  

De Algemene Raad adviseert u tenslotte tevens rekening te houden met de te verwachten voorstellen van de EU-Commissie over small claims, nu daarover in ons burgerlijke procesrecht niets geregeld is.


Met de meeste hoogachting,
namens de Algemene Raad,




J.J.H. Suyver
Algemeen Secretaris






Mijn Documentenlijst

PDF genereren