Mr J. Kohnstamm
Staatssecretaris Binnenlandse Zaken
Postbus 20011
2500 EA Den Haag
Den Haag, 21 november 1996
Uw kenmerk : CW196/u783
Ons kenmerk : 1.2.3/6
Doorkiesnr. : 070-3353511
Geachte heer Kohnstamm,
Betreft : Voorontwerp klachtregeling Awb
Bij een brief van 16 augustus 1996 verzocht u de Nederlandse Orde van Advocaten om commentaar op het hiervoor bedoelde voorontwerp van wet. De Algemene Raad heeft uw brief en dit voorontwerp voor advies voorgelegd aan zijn Adviescommissie Administratief Recht en het daarvoor door deze Adviescommissie uitgebracht advies treft u bijgaand aan. In hoofdlijnen houdt dit advies in dat wordt ingestemd met het voorstel voor opneming van minimum eisen waaraan een klachtbehandeling dient te voldoen, alsmede met de uitwerking daarvan in dit voorontwerp van wet. Wel worden nog twee, daarin op te nemen aanvullingen aanbevolen, te weten :
- Toevoeging aan artikel 9:6 van de verplichting om klager te informeren van de wijze waarop de klacht behandeld zal worden.
- Vermelding in de memorie van toelichting op artikel 9:3 dat de voorgestelde regeling uiteraard de bestaande mogelijkheden ten aanzien van een procedure voor de Burgerlijke Rechter onverlet laat.
De Algemene Raad stemt geheel in met dit advies van de Adviescommissie en moge u kortheidshalve overigens naar de inhoud daarvan verwijzen.
Hoogachtend,
F. Heemskerk
algemeen secretaris
1. Inleiding
Bij brief van 16 augustus 1996 heeft de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken de Nederlandse Orde van Advocaten advies gevraagd over een voorontwerp van wet tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht in verband met de invoering van regels inzake de behandeling van klachten door bestuursorganen. De Algemene Raad van de Nederlandse Orde van Advocaten heeft hiertoe de Adviescommissie Administratief Recht om advies gevraagd. De Commissie komt na bestudering en bespreking tot het navolgende advies.
2. Samenvatting Orde-Advies
De hoofdpunten uit dit advies zijn:
- een aanvulling van artikel 9:6, alsmede een aanvulling in de toelichting bij artikel 9:3.
3. Het te becommentariëren voorstel
Aanleiding:
- het verzoek van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken aan de Commissie Wetgeving Algemene Regels van Bestuursrecht advies uit te brengen over een minimum regeling voor de interne behandeling van klachten door bestuursorganen in de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Doelstelling:
- het voorstel van de Commissie Wetgeving Algemene Regels van Bestuursrecht bevat een aantal dwingende eisen waar een behoorlijke interne klachtbehandeling tenminste aan moet voldoen alsmede een facultatieve aanvullende regeling voor een klachtadviesprocedure. Voornoemde Commissie heeft overwogen dat de bestaande situatie van vele verschillende uiteenlopende klachtregelingen tot onoverzichtelijkheid leidt. De in de voorgestelde regeling neergelegde minimum-eisen plegen de kern te vormen van verschillende reeds bestaande wettelijke klachtregelingen.
4. Beoordeling van het Voorstel
Maatschappelijk belang:
- in de relatie tussen bestuur en burger is het passend dat de burger die van mening is dat hij door overheidsgedragingen onheus is bejegend, zich op eenvoudige wijze met een klacht tot het desbetreffende bestuursorgaan kan wenden. Die burger moet dan kunnen rekenen op een eerlijke en open behandeling van zijn klachten.
Orde-belang:
- het is voor bestuur en burger, en dus ook voor de Orde niet alleen een groot voordeel dat de in het wetsvoorstel neergelegde voorschriften een goede afhandeling van klachten bevorderen, maar bovendien dat de aan een behoorlijke klachtregeling te stellen eisen worden geüniformeerd en in de wet, te weten de Awb, worden vastgelegd.
Positieve aspecten:
- een uniforme regeling van de hoofdpunten van de klachtprocedure in de Algemene wet bestuursrecht wordt zonder meer als positief gewaardeerd.
Bezwaren:
- in het voorontwerp ontbreekt een regeling inzake de wijze waarop de behandeling van een klacht plaats dient te hebben. Het komt de Adviescommissie voor dat het gewenst is dat dienaangaande tenminste minimum-regels worden aangegeven, zodat de klager geïnformeerd raakt over de wijze waarop de klacht behandeld zal worden.
- met name gelet op artikel 9:3 wordt opgemerkt dat de voorgestelde regeling uiteraard een beroep bij de Burgerlijke rechter niet uitsluit.
Alternatief om bezwaren te ondervangen:
- met betrekking tot het ontbreken van een regeling inzake de wijze waarop de behandeling van een klacht plaats dient te hebben merkt de Adviescommissie op dat daartoe artikel 9:6 aangevuld zou kunnen worden. Dat zou aldus kunnen dat het bestuursorgaan niet enkel de ontvangst van het klaagschrift schriftelijk bevestigt, doch tevens de klager dient te informeren over de wijze van behandeling van de klacht.
- met betrekking tot de opmerking dat de voorgestelde regeling een beroep bij de Burgerlijke rechter niet uitsluit, ware te overwegen om de toelichting bij artikel 9:3 in die zin aan te vullen.
5. Conclusie en afsluiting
De voorgestelde regeling voor de interne behandeling van klachten door bestuursorganen in de Algemene wet bestuursrecht is als consumentvriendelijk te kenschetsen en geniet dan ook in het algemeen de instemming van de Adviescommissie.
Staatssecretaris Binnenlandse Zaken
Postbus 20011
2500 EA Den Haag
Den Haag, 21 november 1996
Uw kenmerk : CW196/u783
Ons kenmerk : 1.2.3/6
Doorkiesnr. : 070-3353511
Geachte heer Kohnstamm,
Betreft : Voorontwerp klachtregeling Awb
Bij een brief van 16 augustus 1996 verzocht u de Nederlandse Orde van Advocaten om commentaar op het hiervoor bedoelde voorontwerp van wet. De Algemene Raad heeft uw brief en dit voorontwerp voor advies voorgelegd aan zijn Adviescommissie Administratief Recht en het daarvoor door deze Adviescommissie uitgebracht advies treft u bijgaand aan. In hoofdlijnen houdt dit advies in dat wordt ingestemd met het voorstel voor opneming van minimum eisen waaraan een klachtbehandeling dient te voldoen, alsmede met de uitwerking daarvan in dit voorontwerp van wet. Wel worden nog twee, daarin op te nemen aanvullingen aanbevolen, te weten :
- Toevoeging aan artikel 9:6 van de verplichting om klager te informeren van de wijze waarop de klacht behandeld zal worden.
- Vermelding in de memorie van toelichting op artikel 9:3 dat de voorgestelde regeling uiteraard de bestaande mogelijkheden ten aanzien van een procedure voor de Burgerlijke Rechter onverlet laat.
De Algemene Raad stemt geheel in met dit advies van de Adviescommissie en moge u kortheidshalve overigens naar de inhoud daarvan verwijzen.
Hoogachtend,
F. Heemskerk
algemeen secretaris
ADVIES VAN DE ADVIESCOMMISSIE
ADMINISTRATIEF RECHT VAN
DE NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN
DE NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN
1. Inleiding
Bij brief van 16 augustus 1996 heeft de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken de Nederlandse Orde van Advocaten advies gevraagd over een voorontwerp van wet tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht in verband met de invoering van regels inzake de behandeling van klachten door bestuursorganen. De Algemene Raad van de Nederlandse Orde van Advocaten heeft hiertoe de Adviescommissie Administratief Recht om advies gevraagd. De Commissie komt na bestudering en bespreking tot het navolgende advies.
2. Samenvatting Orde-Advies
De hoofdpunten uit dit advies zijn:
- een aanvulling van artikel 9:6, alsmede een aanvulling in de toelichting bij artikel 9:3.
3. Het te becommentariëren voorstel
Aanleiding:
- het verzoek van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken aan de Commissie Wetgeving Algemene Regels van Bestuursrecht advies uit te brengen over een minimum regeling voor de interne behandeling van klachten door bestuursorganen in de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Doelstelling:
- het voorstel van de Commissie Wetgeving Algemene Regels van Bestuursrecht bevat een aantal dwingende eisen waar een behoorlijke interne klachtbehandeling tenminste aan moet voldoen alsmede een facultatieve aanvullende regeling voor een klachtadviesprocedure. Voornoemde Commissie heeft overwogen dat de bestaande situatie van vele verschillende uiteenlopende klachtregelingen tot onoverzichtelijkheid leidt. De in de voorgestelde regeling neergelegde minimum-eisen plegen de kern te vormen van verschillende reeds bestaande wettelijke klachtregelingen.
4. Beoordeling van het Voorstel
Maatschappelijk belang:
- in de relatie tussen bestuur en burger is het passend dat de burger die van mening is dat hij door overheidsgedragingen onheus is bejegend, zich op eenvoudige wijze met een klacht tot het desbetreffende bestuursorgaan kan wenden. Die burger moet dan kunnen rekenen op een eerlijke en open behandeling van zijn klachten.
Orde-belang:
- het is voor bestuur en burger, en dus ook voor de Orde niet alleen een groot voordeel dat de in het wetsvoorstel neergelegde voorschriften een goede afhandeling van klachten bevorderen, maar bovendien dat de aan een behoorlijke klachtregeling te stellen eisen worden geüniformeerd en in de wet, te weten de Awb, worden vastgelegd.
Positieve aspecten:
- een uniforme regeling van de hoofdpunten van de klachtprocedure in de Algemene wet bestuursrecht wordt zonder meer als positief gewaardeerd.
Bezwaren:
- in het voorontwerp ontbreekt een regeling inzake de wijze waarop de behandeling van een klacht plaats dient te hebben. Het komt de Adviescommissie voor dat het gewenst is dat dienaangaande tenminste minimum-regels worden aangegeven, zodat de klager geïnformeerd raakt over de wijze waarop de klacht behandeld zal worden.
- met name gelet op artikel 9:3 wordt opgemerkt dat de voorgestelde regeling uiteraard een beroep bij de Burgerlijke rechter niet uitsluit.
Alternatief om bezwaren te ondervangen:
- met betrekking tot het ontbreken van een regeling inzake de wijze waarop de behandeling van een klacht plaats dient te hebben merkt de Adviescommissie op dat daartoe artikel 9:6 aangevuld zou kunnen worden. Dat zou aldus kunnen dat het bestuursorgaan niet enkel de ontvangst van het klaagschrift schriftelijk bevestigt, doch tevens de klager dient te informeren over de wijze van behandeling van de klacht.
- met betrekking tot de opmerking dat de voorgestelde regeling een beroep bij de Burgerlijke rechter niet uitsluit, ware te overwegen om de toelichting bij artikel 9:3 in die zin aan te vullen.
5. Conclusie en afsluiting
De voorgestelde regeling voor de interne behandeling van klachten door bestuursorganen in de Algemene wet bestuursrecht is als consumentvriendelijk te kenschetsen en geniet dan ook in het algemeen de instemming van de Adviescommissie.