De heer Mr A.H. Korthals
Minister van Justitie
Postbus 20301
2500 EH  Den Haag





Den Haag,  10 februari 2000
Doorkiesnummer        070 – 335 35 68
E-mail                        m.davis@advocatenorde.nl
Dossiernummer        3.5.1/3





Mijnheer de Minister,

Betreft:         Voorontwerp tot wijziging van de Awb (rechtsreeks beroep)


Bij brief van 28 december 1999 verzocht u, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Algemene Raad om commentaar op het voorontwerp tot wijziging van de Awb (rechtsreeks beroep)

Het voorontwerp is voorwerp van bespreking geweest in de adviescommissie Bestuursrecht van de Algemene Raad en binnen de Algemene Raad zelf. De commissie heeft bijgaand preadvies uitgebracht, waarmee de Algemene Raad zich geheel kan verenigen.

Voor het overige verwijs ik u graag naar bijgevoegd preadvies.

Met vriendelijke groet,



Barbara van Dorp
Public Affairs





       








1.        Inleiding
Bij brief van 28 december 1999 heeft de Minister van Justitie ondermeer aan de Algemene Raad van de Nederlandse Orde van Advocaten toegezonden het voorontwerp tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht (rechtstreeks beroep), opgesteld door de Commissie Scheltema. Aan de Algemene Raad is gevraagd of de Orde aanleiding ziet te reageren.

Het voorontwerp van wet betreft de mogelijkheid dat een bezwaarde en het betrokken bestuursorgaan de fase van het bezwaar overslaan. Het bestuursorgaan zendt het bezwaarschrift dan door aan de bestuursrechter, die het als beroepschrift in behandeling neemt.

2.        Advies
De Adviescommissie juicht het toe dat de mogelijkheid wordt geopend dat de fase van het bezwaar wordt overgeslagen. De Algemene Raad heeft dat bij verscheidene gelegenheden bepleit.
Het voorontwerp van wet behelst echter een onnodige beperking. Volgens de voorgestelde regeling kan het bestuursorgaan alleen dan besluiten het bezwaarschrift buiten behandeling te laten en door te zenden, als de bezwaarde partij daarom in het bezwaarschrift heeft gevraagd. De Adviescommissie stelt voor dat het bestuursorgaan ook ambtshalve kan instemmen met een rechtstreeks beroep op de administratieve rechter. De bezwaarfase kan dan ook worden overgeslagen als alle betrokken het daarover eens zijn, terwijl de indiener van het bezwaarschrift niet om rechtstreeks beroep heeft gevraagd.
De Adviescommissie stelt voor in het nieuwe artikel 7:1a Awb een nieuw lid 5 in te voegen, luidende:

        Het bestuursorgaan kan ook ambtshalve het bezwaarschrift aan de bevoegde rechter doorzenden, als anderszins blijkt dat alle bezwaarden instemmen met rechtstreeks beroep bij de administratieve rechter.

        Vanzelfsprekend mag van het bestuursorgaan worden verlangd dat op deugdelijke wijze wordt vastgesteld op welke wijze van die toestemming is gebleken.
       
        Het invoegen van een nieuw vijfde lid brengt met zich mee dat het huidige vijfde lid wordt vernummerd tot lid 6. Gezien de redactie van het nieuwe vijfde lid behoeft het zesde lid een tekstuele aanpassing. Voorgesteld wordt dit zesde lid thans als volgt te formuleren:

        Bezwaarschriften die na een beslissing bedoeld in het derde of vijfde lid zijn ontvangen worden eveneens onverwijld doorgezonden en als beroepschrift aangemerkt.

3.        Samenvatting
De Adviescommissie juicht de voorgestelde regeling toe, en doet een voorstel tot verruiming van de mogelijkheid van rechtstreeks beroep.

Den Haag, 20 januari 2000

Namens de Adviescommissie



Mr J.G. de Vries Robbé, voorzitter