Wet- en regelgeving

Juridische databank

Wetgevingsadviezen

PRE-ADVIES
van
de Adviescommissie Strafrecht

inzake

Toegangs- en Legitimatieregelingen voor Advocatenbezoek
aan Penitentiaire Inrichtingen


Voorgeschiedenis

Op 10 januari 1997 heeft de Minister van Justitie de Neder-landse Orde van advocaten een concept-circulaire toegezonden, met het verzoek daarop te reageren. De Algemene Raad van de Orde heeft dit verzoek voorgelegd aan de Adviescommissie Strafrecht.

Eerder al, op 15 december 1995 is de Adviescommissie eveneens verzocht te pre-adviseren over toegangs- en legitimatieregelingen voor advocatenbezoek aan penitentiaire inrichtingen. Aanleiding waren toen de extra legitimatie-eisen die door de directeur van P.I. "Nieuw Vosseveld" eigenmachtig werden gesteld aan bezoekende advocaten. In strijd met de Ministeriële Richtlijn uit 1988 diende naast de Europese advocatenpas een ander legitimatiebewijs zoals paspoort of rijbewijs te worden getoond, alvorens toegang tot de inrichting werd toegestaan.

Tijdens een mondeling overleg op 30 november 1995 tussen mevrouw mr E.E. Minkjan en mr J.E. Biesma van de Orde en het Ministerie van Justitie is overeengekomen dat vanaf 15 januari 1996 advocaten die een bezoek brengen aan de P.I. "Nieuw Vosseveld", gelet op de bijzondere situatie aldaar, naast een advocatenpas een ander legitimatiebewijs moeten overleggen.
Voorts werd aangekondigd dat ook voor de andere penitentiaire inrichtingen de legitimatieregels zullen worden herzien (Advocatenblad 5 januari 1996, p. 39 en 40).


Inhoud concept-circulaire

De concept-circulaire dient ter vervanging van de circulaire d.d. 22 december 1988 en regelt de toegangscontrole van alle bezoekers aan de penitentiaire inrichtingen alsmede de wijze waarop deze bezoekers worden geregistreerd.
In de concept-circulaire worden de navolgende aspecten geregeld, waar de Adviescommissie nader op in wil gaan:

1.        Legitimatie advocaten

        Voor de categorie "bezoekers aan gedetineerden uit hoofde van hun beroep", waaronder advocaten vallen, geldt volgens de concept-circulaire, dat naast het overleggen van een in de circulaire genoemd geldig legitimatiebewijs (voor Nederlanders: paspoort, toeristenkaart, Nederlands rijbewijs en de gemeentelijke identiteitskaart) een beroepspas dient te worden overgelegd. Voor raadslieden/advocaten geldt als beroepspas het Europees advocatenpaspoort.
        Voor politie-ambtenaren is het politielegitimatiebewijs zowel een geldig identiteitsbewijs als een beroepspas.

2.        Registratie advocatenbezoek

        In de concept-circulaire wordt voorts gemeld dat registratie van bezoekers onder de Wet Persoonsregistratie valt en dat in de bezoekersregistratie slechts die gegevens mogen worden opgenomen die noodzakelijk zijn voor het doel van de registratie te weten naam, geboortedatum, geboorteplaats, soort identiteitsbewijs, nummer identiteitsbewijs en beroep (voor zover het bezoek uit hoofde van beroep betreft).

        Het bijbehorende Privacyreglement dat moet worden aangemeld bij de Registratiekamer en waarin o.a. het doel van de registratie, bewaartijd, rectificatiemogelijkheden en verstrekking van gegevens aan derden moet worden opgenomen, is nog niet gereed. Aan de Orde is op verzoek een algemeen model-Reglement toegezonden.
        In de concept-circulaire staat met betrekking tot registratie slechts vermeld dat van beroepsmatige bezoekers de persoonsgegevens worden vernietigd uiterlijk één maand na de beëindiging van het verblijf van de gedetineerde in de inrichting.

        Tot handscan- en fotoregistratie kunnen bezoekers niet verplicht worden. De bezoeker kan er wel mee instemmen, maar aan de instemming geen voorwaarden verbinden.
        Ook voor deze vorm van registratie is een Privacyreglement voorgeschreven.

Ad 1: Legitimatie advocaten

De Adviescommissie acht het een goede zaak dat een uniforme legitimatierichtlijn tot stand komt die geldig is in alle penitentiaire inrichtingen, zodat niet in iedere inrichting andere regels gelden.

Volgens informatie van het Ministerie van Justitie heeft er zich geen enkel geval van misbruik van de advocatenpas    voorgedaan.
Om die reden is de Adviescommissie vooralsnog niet overtuigd van de noodzaak om naast de advocatenpas nog een ander legitimatiebewijs te tonen voorafgaand aan een bezoek aan een penitentiaire inrichting.

De Adviescommissie is van mening dat de Europese advocaten-pas ingevolge artikel 1 lid 2 van de Wet op de Identificatieplicht kan worden aangewezen als document ter vaststelling van de identiteit van personen.
Indien de Minister van Justitie daartoe overgaat kan de advocatenpas gelden als legitimatiebewijs en als bewijs dat de betrokkene advocaat is, evenals dat volgens de concept-circulaire voor politieambtenaren het geval is. Zonodig kunnen in overleg met de Orde nadere afspraken worden gemaakt over de uitvoering van de advocatenpas.

Mocht het Ministerie van Justitie van mening zijn dat de advocatenpas ter legitimatie onvoldoende is welk standpunt naar de mening van de Adviescommissie nader zou moeten worden gemotiveerd dan heeft de Adviescommissie geen onoverkomelijke bezwaren tegen een extra legitimatieverplichting, zoals voorgesteld in de concept-circulaire.

Ad 2: Registratie advocatenbezoek

De Adviescommissie acht het juist dat handscan- en fotoregistratie niet verplicht kan worden gesteld. Wel dient naar de mening van de Adviescommissie degene die instemt goed te worden geïnformeerd over wat er met de handscan- en fotoregistratie gebeurt.
Dit zal nader moeten worden geregeld in het Privacyreglement, waarover hierna meer.

Nu afgezien van de duur van de registratie in de concept-circulaire niets staat vermeld over de registratie van bezoekgegevens van advocaten, wil de Adviescommissie de aandacht vestigen op een aantal punten die in dit kader van belang zijn.

De geregistreerde gegevens dienen een doel te hebben (zie artikel 2 Privacyreglement).
De Adviescommissie kan zich voorstellen dat een doel van registratie is, vast te leggen of een advocaat zich in de inrichting bevindt. Dit betekent echter dat deze registratie slechts hoeft plaats te vinden gedurende het bezoek van de advocaat aan zijn cliënt en vervolgens weer verwijderd kan worden als de advocaat de inrichting heeft verlaten.
Niet valt in te zien waarom deze gegevens bewaard zouden moeten worden tot maximaal 1 maand nadat de gedetineerde de inrichting heeft verlaten.

Een ander punt is de toegang tot de geregistreerde gegevens (zie artikelen 9-10 model-Privacyreglement).
Naar de mening van de Adviescommissie dient aan derden (waaronder ook overheids-instanties) -behoudens tevoren kenbaar gemaakte uitzonderingssituaties waarvan de noodzaak moet worden aangetoond- noch inzage, noch gegevens te worden verstrekt in respectievelijk uit de geregistreerde gegevens omtrent advocatenbezoek.
Hieraan ligt de speciale relatie tussen advocaat en cliënt ten grondslag, die de advocaat tot geheimhouding verplicht. Ook het feit dat een cliënt zich tot een advocaat heeft gewend, valt onder de geheimhoudingsplicht (zie G.J.M. Corstens, Het Nederlands strafprocesrecht (1995), p. 132; artikelen 218 Sv en 191 Rv en de daarbij behorende jurisprudentie en de uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven d.d. 23 april 1996, Advocatenblad 1996, p. 570 e.v.).
Gegevens over advocatenbezoek in een penitentiaire inrichting dienen dan ook in het kader van de geheimhoudingsverplichting van de advocaat te worden bezien. Het zou immers onterecht zijn, indien een gedetineerde cliënt niet dezelfde bescherming in het kader van de geheimhoudingsverplichting zou genieten, als een cliënt die zich op vrije voeten bevindt.
De Adviescommissie kan thans geen situatie bedenken waarbij het noodzakelijk zou zijn van de hiervoor gemelde hoofdregel af te wijken en inzage of gegevens aan derden te verstrekken in/uit de bezoekadministratie van advocaten.

Concluderend is de Adviescommissie van mening dat registratie alleen nodig is voor de duur van het bezoek van de advocaat aan de inrichting en dat uit geregistreerde gegevens geen informatie aan derden dient te worden verstrekt.


Rotterdam, 12 februari 1997



De Adviescommissie Strafrecht
Prof. mr M. Wladimiroff, voorzitter
namens deze: mr E. van Liere, secretaris

Mijn Documentenlijst

PDF genereren