Wet- en regelgeving

Juridische databank

Wetgevingsadviezen

Van: Hoevers, Mevr. A.L.H. (a.hoevers@advocatenorde.nl)
Verzonden: dinsdag 15 april 2008 14:16
Aan: 'Levie, I.S.I. (Rechtbank Amsterdam)'
CC: 'l.strang@banning.nl'; 'Sternfeld, Tirtsa'; 'van Nispen, Constant'
Onderwerp: opmerkingen Orde over landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de rechtbanken en ook de gerechtshoven
 
Beste Irving,
 
Bij deze stuur ik de commentaren door over het bovengenoemde landelijk procesreglement die wij ontvingen van:
 
1)      onze Adviescommissie Burgerlijk Procesrecht, zie pdf-bijlage,
2)      mevrouw Strang, hoofd procuraten van het kantoor Banning, zie hieronder, en
3)      mevrouw Sternfeld, van de procesondersteuning van Nauta, zie Word-bijlage.
 
Namens de Algemene Raad van de Orde verzoek ik de werkgroep /redactieraad die belast is met de herziening van dit reglement om alle opmerkingen uit deze adviezen te betrekken bij de verdere werkzaamheden aan het reglement.
 
Met vriendelijke groet,
 
Adrienne Hoevers
 

Nederlandse Orde van Advocaten
Mevrouw mr A.L.H. Hoevers
Beleidsadviseur
Neuhuyskade 94, Postbus 30851, 2500 GW, Den Haag
tel. +31 (0)70-335 35 13
fax +31 (0)70-335 35 32
e-mail: a.hoevers@advocatenorde.nl
http://www.advocatenorde.nl
Aanwezig maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag




Aan de Algemene Raad van
de Nederlandse Orde van Advocaten
Postbus 30851
2500 GW  DEN HAAG

Tevens per e-mail: A.Hoevers@advocatenorde.nl

Geachte collegae en confrères,

Datum  10 april 2008 Prof Mr C.J.J.C. van Nispen
E  constant.vannispen@debrauw.com
T  070 328 5577 (direct)
T  070 328 5346 (secretaresse)
F  070 324 9788
Onze ref. 081\Algemeen\NOVA Adviescommissie BPR (10528342)\10528342\b107-AlgRaadNOVA\
Geachte collegae en confrères,

Bestudering van het concept voor het herziene rolreglement leidde in onze adviescommissie tot de volgende opmerkingen.
  • Het is niet fraai dat roldatum zowel in art. 1.2 sub b en in art. 1.3 op uiteenlopende wijze wordt omschreven.
  • Sub 3.1, f (mediationvermelding) wordt niet toegelicht.
  • Sub 3.6 in fine is waarschijnlijk bedoeld: tegen welke roldatum de rolverwijzing alsnog kan worden aangezegd
  • Het nieuwe hoofdstuk 4 behandelt niet de comparitie na antwoord maar wat daaraan voorafgaat; een regeling van de comparitie zelf wordt node gemist (bijv. wel of geen pleitnota c.q. geschreven notities e.d.)
  • Sub 4.1 tweede bulletpoint: inlichtingen worden verlangd.
  • Opmerkelijk genoeg bevat het concept geen regeling voor aanhouding van het vonnis: laat de rechterlijke macht nu de kans grijpen om aan de huidige, zeer onbevredigende gang van zaken een eind te maken (bijv. aanhouding week van tevoren aankondigen; aanhouden tot datum waarop redelijkerwijs uitspraak kan worden gedaan).
Met vriendelijke groet,
Namens de Adviescommissie Burgerlijk Procesrecht
C.J.J.C. van Nispen, voorzitter









Van: Liesbeth Strang [mailto:l.strang@banning.nl]
Verzonden: woensdag 9 april 2008 11:52
Aan: Hoevers, Mevr. A.L.H. (a.hoevers@advocatenorde.nl)
Onderwerp: commentaar op landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de rechtbanken en ook de gerechtshoven
 
Geachte mevrouw Hoevers,
Mw. Laurentius, projectleider procesreglementen, liet mij weten dat commentaar op het nieuwe regelement voor 15 april as. aan u kan worden doorgegeven.
Mijn opmerkingen zijn de navolgende.
 
RECHTBANKREGLEMENT :
 
 Bij de aankondiging van de  introduktie van nieuwe reglement zou het prettig zijn als in grote lijnen aangegeven kan worden wat de wijzigingen zijn ten opzichte van het vorige reglement.
 
art. 2.6 : Waarom wordt een zaak waarin de eis wordt gewijzigd -ter voorkoming van extra handelingen voor zowel advocaat als de griffie- niet meteen 2 weken daarna op de rol gezet voor uitlating wijziging eis ? Van deze 2 weken is dan uiteraard geen uitstel mogelijk en al dan niet na de rolbeslissing kan de zaak verder worden geplaatst voor de volgende proceshandeling.
Een en ander is "klantvriendelijk" en het uitstel van 2 weken is sowieso al redelijk krap, zeker in een vakantieperiode.  
Bij de rechtbank 's-Hertogenbosch is dit al gebruikelijk en werkt zeer prettig.
 
art. 3.1 onder i, laatste zin. Retourzending van de originele dagvaarding op verzoek van de eisende partij : dus geen STANDAARD-retourzending van de dagvaarding meer ! Komt er dan op het B1-formulier een extra toevoeging om deze mogelijkheid aan te geven ? Anders loopt de rechtbank het risico dat de retourzending gevraagd gaat worden in het vak waar een toelichting gegeven kan worden. De Balie is gewend dat de originele dagvaarding wordt geretourneerd en ik verwacht anders een hoop telefoontjes naar de griffies om retourzending van de originele dagvaarding.  
 
art. 5.3 Er is dus geen termijn vastgesteld waarop produkties ten behoeve van een pleidooi moeten worden ingediend ?
 
art. 6.4 bij noot 23 : kan worden aangegeven wat een "grote"danwel "kleine"rechtbanki s ? Anders wordt dit giswerk.
 
HOFREGLEMENT :
 
Duidelijk is dat het Hofrolreglement aansluiting heeft gezocht bij de het (eerdere) reglement van de rechtbank. Door de beoogde aanpassing van het rechtbankreglement is dat niet meer het geval.
 
art. 2.6. Is het niet -ter voorkoming van extra handelingen voor hof en advocaat en uit het oogpunt van klantvriendelijkheid - handig om na een eiswijziging de zaak meteen voor uitlating eiswijziging te plaatsen. Zie hiervoor mijn opmerking hierboven bij 2.6 van het rechtbankreglement.  
 
art. 2.7 : hierin wordt tot tweemaal toe gesproken over een "eerste"uitstel van telkens 6 weken en een tweede uitstel van 4 weken. Dit werkt verwarrend. Ik meen mij (uit de cie Landelijk Procederen) te herinneren dat het de bedoeling is een eerste uitstel van 6 weken, dan een tweede uitstel van weer 6 weken en dan een derde uitstel van 4 weken, dus in totaal 16 weken. Voor kort gedingzaken is het dan 2 x 4 en 1 x 2 weken.
 
art. 2.9 : waarom niet uiterlijk 4 dagen voor de roldatum (ipv één week) zoals ook wordt voorgeschreven in 1.9 of 2.18.
Het is niet praktisch als voor de termijn waarop uitstellen moeten worden gevraagd diverse termijnen worden aangehouden.
 
art. 2.14 : wanneer kan een peremptoirstelling geschieden ? Kan dit ook voor introduktie van een zaak, waarbij de advocaat van een geintimeerde zich meldt, en dan uiteraard de eerste termijn van 6 weken wordt verleend.
 
art. 2.15 : Kan dit in elke stand van de zaak  worden gevraagd en hoe lang wordt er dan uitstel verleend ?
 
art. 2.16 : Wanneer de andere partij vervroeging vraagt met peremptoirselling van de wederpartij, welke termijn dient dan in acht te worden genomen ? (In het rechtbankreglement wordt een termijn van 6 weken genoemd - art. 9.6 beoogde nieuwe reglement).
 
art. 2.18 : De termijn van 4 dagen voor de inzending van stukken, zijn dat werk- of kalenderdagen ? Zie ook art. 6.2 van het reglement.
 
art. 3.4 : In art. 126 lid 2 Rv. staat dat de gedaagde het anticipatie-exploot moet overleggen. In dit artikel wordt niet gesproken over het overleggen van de dagvaarding door gedaagde.
 In art. 125 Rv. staat dat eiser de dagvaarding moet overleggen ter inschrijving.
 
art. 6.1 : Over welke periode moeten de verhinderdata worden opgegeven ?
 
art. 11.1. : Ook hier : over welke periode moeten de verhinderdata worden opgegeven ?
 
Tot zover mijn commentaar. Voor een nadere toelichting ben ik uiteraard bereikbaar.
 
Met vriendelijke groet,
Liesbeth Strang.
 BANNING N.V.
 
E.J.C.M. (Liesbeth) Strang
Hoofd Procuraten
 
E:         l.strang@banning.nl            
T:        (+31) 73 6927 733    
F:         (+31) 73 6927 780    

Mijn Documentenlijst

  • Uw documentenlijst is leeg.