Wet- en regelgeving

Juridische databank

Wetgevingsadviezen

From: Hoevers, Mevr. A.L.H. (a.hoevers@advocatenorde.nl)
To: Laurentius - Kooter, C.J. (Rechtbank Amsterdam)
Cc: cjlaurentius@planet.nl
Sent: Thursday, September 20, 2007 1:20 PM
Subject: advies concept-Procesreglementverzoekschriftprocedure familiezaken gerechtshoven
 

Geachte mevrouw Laurentius,

Hierbij stuur ik u het advies van onze Adviescommissie Familie- en Jeugdrecht over het concept-procesreglement voor de hoven.

De Adviescommissie noch ik kan beoordelen of uw werkgroep dit advies per mail kan verwerken, dan wel dat een extra werkgroepvergadering nodig is.

Met vriendelijke groet,

Adrienne Hoevers
Nederlandse Orde van Advocaten
Mr. A.L.H. Hoevers
Beleidsadviseur
Neuhuyskade 94, Postbus 30851, 2500 GW, Den Haag
tel. +31 (0)70-335 35 13
fax +31 (0)70-335 35 32
e-mail: a.hoevers@advocatenorde.nl


PREADVIES
van
de Adviescommissie Familie- en Jeugdrecht
van de Nederlandse Orde van Advocaten

inzake

procesreglement verzoekschriftprocedures familiezaken gerechtshoven
(versie eindconcept juli 2007)



1.        Algemeen
Het voorliggend concept procesreglement vervangt het Uniform reglement van de gerechtshoven welk laatste reglement in werking is getreden op 1 januari 2000 en laatstelijk is gewijzigd met ingang van 1 juli 2006.
        Ziet de Adviescommissie, nader te noemen: “de AC”, het goed dan is de bedoeling van het conceptreglement dat dit thans nog lokaal gehanteerde reglementen (zulks naast het Uniform reglement 2006) geheel zal vervangen, een en ander op basis van bepaling 3.3 van het concept.

        Deze verdere “harmonisering van de werkwijze en werkprocessen van de verschillende gerechtshoven in verzoekschriftprocedures in familiezaken” (citaat afkomstig uit considerans conceptreglement) lijkt de AC een goede zaak, dit gezien ook de aanstaande afschaffing van de figuur van de procureur per 1 maart 2008.

        Voorts wordt in de considerans van het conceptreglement aangegeven:
        -        dat het belang van de justitiabele is vooropgesteld,
-        dat is gestreefd naar een zo goed mogelijke interne werkbaarheid en voorts
-        dat is gestreefd, waar mogelijk, naar verkorting van de doorlooptijden.
        Ook deze drie aspecten komen de AC als lovenswaardig streven voor.

        Het conceptreglement is betrekkelijk uitvoerig: zo zijn zowel regels opgenomen die al van toepassing zijn conform wetsbepaling dan wel geven regels aan hoe niet geacteerd dient te worden (bijvoorbeeld 1.2.1 te weten het niet doen ondertekenen van een beroepschrift door een ander dan een procureur of advocaat).
        Dit soort bepalingen komt de commissie enigermate overbodig voor en maakt het reglement uitvoeriger dan – strikt – noodzakelijk.
De AC sluit overigens niet uit dat de opstellers van het conceptreglement, door ervaring wijs geworden, de behandelend advocaat wellicht willen behoeden voor fouten, dan wel onnodige telefoontjes naar de griffie wensen te voorkomen; op grond hiervan dient het vorenstaande alsook het navolgende niet zozeer als kritiek dan wel eerder als opmerkingen/suggesties te worden beschouwd.

       
       
2.        Commentaar per bepaling

1.1.3.        Indiening ter griffie
Er is voor gekozen om, anders dan in het thans geldende Uniform reglement, geen adresgegevens en openingstijden per hof op te geven (dit vindt de AC overigens niet problematisch gezien de aan te brengen hyperlinks): in het kader van de harmonisering en met name in het licht van de afschaffing van de procureur zou het praktisch zijn voor de indiening (welke indiening somtijds geschiedt door een van de belanghebbenden in persoon) indien de openingstijden van de griffies althans op zijn minst de sluitingstijden hetzelfde zouden kunnen zijn (drie van de hoven sluiten om 17.00 uur en het vroegst wordt gesloten om 15.00 uur).

1.2.1.        Ondertekening “i.o”
Het “i/o” tekenen door een ander dan een procureur is in strijd met de wet en lijkt daarmede een overbodige bepaling (soortgelijke bepaling in 1.3.1 voor de indiening van een verweerschrift).

1.2.3.        Vast recht
Voor het al dan niet verschuldigd zijn van vast recht geldt hetzelfde: de van toepassing zijnde wetgeving geeft aan of vast recht al dan niet is verschul­digd.        

1.3.2.        Termijn
De verlenging van de minimale wettelijke verweertermijn van vier weken tot zes weken wordt door de AC toegejuicht.

1.4.2        Duur mondelinge behandeling
Ervan uitgaande dat de “gebruikelijke tijd” voor een mondelinge behandeling per hof niet verschilt, kan er voor worden gekozen de gebruikelijke tijd op te nemen in het conceptreglement.

1.4.3        Indiening nadere stukken uiterlijk op tiende kalenderdag
        Indien er sprake is van een weekend met aansluitend één of meer feestdagen kan de termijn wel erg kort worden, dit met name voor de wederpartij om ingediende stukken te bezien, nu niet is aangegeven dat de ATW niet van toepassing is.
        In het procesreglement van de rechtbanken wordt deze problematiek ondervangen door te spreken over “werkdagen”.

1.4.6        Indienen nadere stukken na afloop mondelinge behandeling
        De sanctie die in het Uniform reglement was opgenomen, is thans vervallen: “Stukken die na de behandeling buiten zo’n afspraak om of te laat worden ontvangen, zendt het hof terug.” art. 11 lid 2, 2e volzin, Uniform reglement.
        Deze sanctie schiep duidelijkheid over de handelwijze van het hof voor de rechtzoekenden.
        Indien het hof, ingeval van opneming van voormelde sanctie, evenwel meer beleidsruimte zou wensen kan worden overwogen “…. zal het hof in beginsel terugzenden”.

2.1.1        Stukken in alimentatiezaken
        Ad c: in tegenstelling tot het Uniform reglement behoeft nog slechts één recente aangifte IB met aanslag te worden overgelegd, terwijl dit immer – evenals bij de rechtbanken – de laatste drie aangiften waren.
        Deze voorgestane beperking is voor de AC minder begrijpelijk. Gewoonlijk zijn reeds drie aangiften in eerste aanleg in het geding gebracht, zodat deze al onderdeel van de hofstukken vormen. Waar dit niet het geval is geweest, lijkt er extra reden om in plaats van slechts één aangifte over­legging van de laatste drie aangiften te verlangen, nu de gebruikelijke drie aangiften beter inzicht in de financiële positie zullen geven.

2.1.2 en 2.3.7 en 2.4.8 horen van minderjarigen
        In deze bepalingen wordt aangegeven dat het hof tijdens de mondelinge behandeling kort en zakelijk mededeelt hetgeen de minderjarige heeft geschreven respectievelijk verklaard.
        De AC zou er voor willen pleiten om een dergelijke mededeling door het hof te beperken indien dat in het belang van de minderjarige zal (kunnen) zijn.
        Aangeknoopt kan wellicht worden bij art. 8.4 van het Procesreglement scheiding van de rechtbanken: “Ter zitting wordt aan de ouders en andere belanghebbenden niet te kennen gegeven wat het kind heeft verklaard, tenzij het kind desgevraagd heeft aangegeven geen bezwaar daartegen te hebben én het de rechter wenselijk voorkomt.”

2.4.9        Termijn uitspraak
        Weggevallen is het woord “wordt”, na in beginsel.

Tot slot nog een enkele suggestie van minder belangrijke aard over twee onderdelen. Nu met het onderhavig reglement vermoedelijk de nodige jaren zal worden gewerkt en dit onder ogen van vele, deels kritische lezers zal komen, wil de AC nog het volgende opmerken:
-        LOVH-F is een afkorting van een benaming welke benaming op pag. 4 anders wordt geformuleerd dan op pag. 18 van het conceptreglement;
-        het plaatsen van leestekens en in het bijzonder komma’s is enerzijds een kwestie van persoonlijke appreciatie doch anderzijds zijn daarvoor ook regels waardoor de leesbaarheid kan worden bevorderd dan wel een verschil in betekenis kan worden gegeven (bijvoorbeeld beperkende bijvoeglijke bijzin, geen komma en de uitbreidende bijvoeglijke bijzin, wel een komma). Zo zouden bijvoorbeeld kunnen verdwijnen de komma’s op pag. 4, 2e alinea, tweede regel, 1.4.1 laatste komma, 1.4.3 midden, 1.4.7, eennalaatste regel 2.1.2, eennalaatste regel, 2.6.3 en 2.6.4 na ’verzocht’.

Indien er nog vragen of opmerkingen zijn naar aanleiding van het vorenstaande, is de Adviescommissie vanzelfsprekend gaarne beschikbaar.


Utrecht/Den Haag, 19 september 2007

Adviescommissie Familie- en Jeugdrecht
Namens deze M.G.F. van Voorst tot Voorst
voorzitter

Mijn Documentenlijst

  • Uw documentenlijst is leeg.