Wet- en regelgeving

Juridische databank

Wetgevingsadviezen

De minister van Justitie
Mr. J.P.H. Donner
Ministerie van Justitie
Postbus 20301
2500 EH  DEN HAAG


Den Haag, 7 december 2005
Dossiernummer: mv/jd
Doorkiesnummer: 070-335 35 17
Faxnummer: 070-335 35 32
E-mail: m.veenboer@advocatenorde.nl

Betreft: adviesaanvraag maatregel “verlenging piket-fase”
Mijnheer de minister,

Bij brief van 3 november 2005 verzocht u de Nederlandse Orde van Advocaten te adviseren over de implementatie van een alternatieve maatregel voor de dekking van de verhoging van het uurtarief voor advocaten die rechtsbijstand verlenen op basis van een toevoeging.

Eén van de vier voorgestelde en geaccordeerde dekkingsmaatregelen was de invoering van een inkomensafhankelijke eigen bijdrage voor ambtshalve straftoevoegingen. Uw voorstel is laatstgenoemde maatregel te vervangen door de maatregel die ziet op de verlenging van de piket-fase in strafzaken.

De Algemene Raad heeft de Adviescommissie Strafrecht gevraagd hierover een preadvies op te stellen dat u bijgaand aantreft.

De Algemene Raad deelt de bezorgdheid van de Adviescommissie dat met de verlenging van de piket-fase “aan de achterkant” de kans reëel is dat veel verdachten in de eerste drie weken van hun voorarrest slechts één keer juridische bijstand krijgen, die naar verwachting beperkt zal zijn.

De Algemene Raad voegt hieraan toe dat het juist de kwetsbare personen in de samenleving zijn die het gelag betalen voor deze bezuinigingsmaatregel. Immers, als gevolg van deze maatregel moeten de in de bewaringsfase heengezonden verdachten òf een eigen bijdrage betalen (minderdraagkrachtigen) òf de rechtsbijstandkosten zelf betalen (draagkrachtigen) òf geheel afzien van rechtsbijstand.

Daarmee wordt voor velen een drempel opgeworpen als gevolg waarvan door deze groep geen beroep op gefinancierde rechtsbijstand zal worden gedaan, veelal resulterend in een veroordeling bij verstek. Hiermee wordt noch de kwaliteit noch het vertrouwen in de rechtspleging in strafzaken gediend.

Met de meeste hoogachting,
namens de Algemene Raad,




J.J.H. Suyver
Algemeen secretaris



Bijlage

PREADVIES
van
de Adviescommissie Strafrecht


inzake

het voorstel tot verlenging van de piketfase in strafzaken

Eind 2003 heeft de Kamer ingestemd met de verhoging van het uurtarief voor advocaten die rechtsbijstand verlenen op basis van een toevoeging. Met het oog op de financiële dekking van die verhoging werd een aantal maatregelen voorgesteld. Een van de voorgestelde maatregelen was de invoering van een inkomensafhankelijke eigen bijdrage bij ambtshalve straftoevoegingen. Na een haalbaarheidsonderzoek is gebleken dat de invoering van die inkomensafhankelijke eigen bijdrage aanzienlijk complexer is dan vooraf werd gedacht. Thans wordt daarom een alternatieve dekkingsmaatregel voorgesteld, te weten: een verlenging van de piketfase in strafzaken.

De minister heeft inmiddels een haalbaarheidsonderzoek laten uitvoeren naar deze alternatieve maatregel. De werkgroep die met dit onderzoek was belast heeft de volgende conclusies getrokken:
-        de maatregel is goed uitvoerbaar;
-        de maatregel vergt voornamelijk technische aanpassingen in wet- en regelgeving;
-        de maatregel zou circa € 4,3 miljoen kunnen opleveren.
De werkgroep adviseerde verder de vaste adviesorganen, waaronder de NOvA, te consulteren.

Aangezien het voorstel primair door de afdeling rechtshulp van de NOvA wordt behandeld, zal de Adviescommissie volstaan met het maken van enkele losse opmerkingen.

De Adviescommissie betreurt het dat zij niet in een eerder stadium is geconsulteerd. Er wordt nu een zeer ingrijpende wijziging van de piketregeling voorgesteld, zonder dat daaraan een principiële discussie over de rechtsbijstandverlening in de piketfase ten grondslag ligt. De nadruk is in het voorstel nogal eenzijdig op de besparing van kosten komen te liggen. Het belang van de verdachte is daardoor te zeer op de achtergrond geraakt.

Op zich heeft de Adviescommissie geen bezwaar tegen een verlenging van de piketfase. Zo is er bijvoorbeeld veel voor te zeggen de rechtsbijstand al vóór het moment van de inverzekeringstelling te laten beginnen, zodat feitelijk inhoud kan worden gegeven aan het bepaalde in artikel 57, tweede lid, Sv. Bij de huidige stand van zaken is het immers zo dat de raadsman vaak pas ná de inverzekeringstelling in beeld komt (artikel 40 Sv). In veel gevallen is de verdachte dan al geruime tijd van zijn vrijheid beroofd en is hij al één of meerdere ma(a)l(en) verhoord. Vanuit het belang van de verdediging bezien, zou het wenselijk zijn dat de aangehouden verdachte, voorafgaand aan zijn eerste verhoor door de politie, bezoek krijgt van een (piket-)advocaat, die hem informeert en adviseert. Die advocaat kan zijn cliënt vervolgens bij het eerste belangrijke toetsingsmoment (de inverzekeringstelling) bijstaan. Hij wordt in de gelegenheid gesteld de nodige opmerkingen te maken.

De voorgestelde maatregel ziet niet op een verlenging van de piketfase aan de voorkant, maar op een verlenging aan de achterkant. De piketregeling moet gaan gelden vanaf de inverzekeringstelling en loopt door tot aan het bevel gevangenhouding. Dat is de meest cruciale fase van het voorarrest. Een fase waarin de verdachte veel belang heeft bij goede juridische bijstand en advies. De raadsman zal niet kunnen volstaan met een bezoekje aan zijn cliënt vlak voor de voorgeleiding. Hij zal zijn cliënt regelmatig moeten opzoeken. De voorgestelde piketregeling is daar echter niet op ingericht. Dit betekent dat de kans reëel is dat veel verdachten straks in de eerste drie weken van het voorarrest slechts één keer een advocaat te spreken krijgen en dat die advocaat zijn werkzaamheden verder beperkt tot de formele toetsingsmomenten (rechtmatigheidstoetsing, bewaring en gevangenhouding). De Adviescommissie spreekt daarover haar bezorgdheid uit en stelt voor dat er – wanneer besloten wordt de piketfase te verlengen – maatregelen worden getroffen om aan dit bezwaar tegemoet te komen. Daarbij wordt gedacht aan een vaste en reële vergoeding per bezoek (ongeacht het aantal bezoeken dat nodig is). Uiteraard realiseert de Adviescommissie zich dat de verlenging van de piketfase in dat geval niet of nauwelijks tot besparing van kosten zal leiden. Voor haar wegen echter de financiële argumenten minder zwaar dan het belang van een goede rechtsbijstandverlening in strafzaken.

Rotterdam, 12 december 2005

Adviescommissie Strafrecht
Mr M. Wladimiroff, voorzitter,
namens deze: mr. M. Bakker, secretaris

Mijn Documentenlijst

  • Uw documentenlijst is leeg.