Wet- en regelgeving

Juridische databank

Wetgevingsadviezen

Aan de Voorzitter en leden-Justitiewoordvoerders van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA  Den Haag
Den Haag, 12 oktober 2005
Doorkiesnummer: 070-335 35 13
Faxnummer: 070-335 35 32
Dossiernummer: 3.2.8/3
E-mail: a.hoevers@advocatenorde.nl


Wetsvoorstel Luchtenveld - beëindiging huwelijk - nr. 29 676



Zeer geachte voorzitter,

De Nederlandse Orde van Advocaten heeft er kennis van genomen dat het debat zal worden heropend over het initiatief-wetsvoorstel van het lid Luchtenveld over de beëindiging van het huwelijk zonder rechterlijke tussenkomst en vormgeving van het voortgezet ouderschap, teneinde een aantal amendementen beter voor te bereiden en bespreken. De Algemene Raad van de Orde maakt graag van die gelegenheid gebruik om u alsnog het een en ander onder uw aandacht te brengen.

De Algemene Raad van stelt voorop dat hij geen voorstander is van de voorgenomen vervanging van de flitsscheiding door de administratieve echtscheiding. Deze variant onderschat eveneens de complexe juridische, financiële, fiscale en emotionele gevolgen van echtscheiding. De advocatuur blijft hechten aan de rechterlijke toets van de gemaakte afspraken. Bovendien worden juist de zaken die zich lenen voor administratieve echtscheiding, die waarbij een gemeenschappelijk verzoek tot echtscheiding kan worden opgesteld, meestal zonder zitting afgedaan, waardoor deze de rechterlijke macht weinig tijd kosten. Ook lijken de internationaalrechtelijke gevolgen niet geheel te overzien, hetgeen soms pas jaren na een scheiding tot problemen kan leiden.

Voor zover een Kamermeerderheid scheiding zonder rechterlijke tussenkomst mogelijk wil maken, adviseert de Algemene Raad u dringend het amendement te aanvaarden dat de administratieve echtscheiding beperkt tot gevallen waarin geen minderjarige kinderen zijn betrokken (29 676, nr. 18). Daarnaast heeft de Raad nog een tweetal specifieke opmerkingen.

Artikel 149a lid 5 – voorschrijven lidmaatschap VFAS, VMSN is niet mogelijk
Artikel 149a bepaalt dat de schriftelijke verklaring die de echtgenoten ten behoeve van een administratieve echtscheiding dienen over te leggen aan de ambtenaar van de burgerlijke stand, moet zijn ondertekend door één of meer notarissen, advocaten of scheidingsbemiddelaars. Deze moeten lid zijn van hetzij de Vereniging van Familierecht Advocaten en Scheidingsbemiddelaars (VFAS), hetzij de Vereniging van Mediators en Scheidingsbemiddelaars in het Notariaat (VMSN), of te behoren tot een bij AMvB aan te wijzen soortgelijke andere organisatie, dan wel opgenomen te zijn in een bij AMvB aan te wijzen register.

De Algemene Raad deelt de mening van de Kamer over het belang van een goede rechtshulpverlening door in het familierecht gespecialiseerde advocaten. De Orde stimuleert advocaten om zich aan te sluiten bij specialisatieverenigingen als de VFAS. Echter, het bij wet voorschrijven van het lidmaatschap van een vereniging naar burgerlijk recht als de VFAS is uit mededingingsrechtelijk oogpunt niet mogelijk. De Algemene Raad geeft u in overweging op dit punt een amendement in te dienen.

Artikelen 253a en 377e – rechtstreekse toegang tot recht geeft ongewenste effecten
Daarnaast introduceren bovengenoemde artikelen de mogelijkheid dat een ouder een conflict over de naleving van de regelingen terzake van de zorg- en opvoedingsrelatie en omgang met een kind zonder tussenkomst van een procureur voorlegt aan de rechtbank. Het behoeft geen betoog dat juist in dit soort conflicten de emoties bij de ouders vaak hoog oplopen. De Algemene Raad meent dat het mede om die reden in het belang van de rechtzoekende ouder(s) is dat de inschakeling van een advocaat dan wel procureur blijft voorgeschreven. Dat herstelt de vaak voorkomende ongelijkheid tussen echtgenoten. Een advocaat vervult bovendien een belangrijke ‘zeeffunctie’: een advocaat(-scheidings-bemiddelaar) kan een geschil op zijn merites beoordelen, kan een minnelijke regeling treffen, en kan – indien een regeling niet mogelijk blijkt – het geschil voorzien van de relevante omstandigheden en feiten aan de rechter voorleggen. Dat voorkomt een extra belasting van de rechterlijke macht, hetgeen een van de doelstellingen van dit wetsvoorstel is.

In de voorgestelde regeling kan de rechter de ouders vóór of tijdens de mondelinge behandeling door- of terugverwijzen naar een (scheidings)bemiddelaar. Door een dergelijke verwijzing verandert de laagdrempelige toegang tot de rechter in een vertraging van enkele weken. Indien de bemiddeling slaagt, is de inschakeling van de rechterlijke macht onnodig geweest.

Wij verzoeken u deze opmerkingen te betrekken bij uw overwegingen ten aanzien van het wetsvoorstel van de heer Luchtenveld.

Hoogachtend,
namens de Algemene Raad,


J.J.H. Suyver,
algemeen secretaris

Mijn Documentenlijst

  • Uw documentenlijst is leeg.