Wet- en regelgeving

Juridische databank

Wetgevingsadviezen

Aan de leden van de Vaste Commissies voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en
Justitie van de Tweede Kamer
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
 



Den Haag, 2 februari 2004
Dossiernummer:3.7.1/1
Uw kenmerk:Wetsvoorstel tot invoering van toetsingsbevoegdheid van wetten aan bepalingen van de Grondwet door de rechter (28 331)
Doorkiesnummer:070-335 35 13
Faxnummer:070-335 35 32
E-mail:a.vanarkel@advocatenorde.nl
Geachte leden van de Vaste Commissie voor Justitie,

In verband met uw voorbereiding van bovengenoemd wetsvoorstel, zend ik u namens de Algemene Raad van de Nederlandse Orde van Advocaten het pre-advies van de Adviescommissie Bestuursrecht

In haar advies heeft de commissie zich beperkt tot de punten die vanuit het perspectief van de rechtszoekenden en van degenen die rechtshulp verlenen van belang zijn.

De Algemene Raad is met de Adviescommissie Bestuursrecht van mening dat het wetsvoorstel alle waardering en steun verdient. De onschendbaarheid van wetten uit artikel 120 Grondwet is al doorbroken door de rechtstreekse werking van verdragen in het algemeen en van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens in het bijzonder.

De Algemene Raad kan zich vinden in de aangebrachte beperking tot de klassieke grondrechten, maar pleit voor de meest ruime opsomming van deze grondrechten in de bijlage bij het wetsvoorstel. De Algemene Raad onderschrijft de keuze voor een systeem van gespreide toetsing en vertrouwt er met de commissie op dat de rechter wetten zoveel mogelijk Grondwetconform zal uitleggen en ook overigens terughoudend van de nieuwe bevoegdheid om een wettelijke bepaling buiten toepassing te laten, gebruik zal maken.

De Adviescommissie Bestuursrecht vraagt specifiek aandacht voor het onderwerp ‘toegang tot de rechter’, aangezien het wetsvoorstel geen aandacht geeft aan artikel 112 lid 1. Dat is op zich begrijpelijk omdat hier geen sprake is van een klassiek grondrecht. Dat neemt niet weg dat deze bepaling rechtstreeks kan werken. In theorie is het dan denkbaar dat de wetgever een wet zou aannemen, die er toe leidt dat bepaalde geschillen aan een beoordeling door de rechter zouden worden onttrokken. De Algemene Raad stelt met de Adviescommissie Bestuursrecht vast dat in een volgend stadium zeker moet worden overwogen om artikel 112 lid 1 Grondwet alsnog op de lijst te plaatsen.

Eenzelfde brief wordt verzonden aan de Vaste Commissie voor Justitie van de Tweede Kamer, met een kopie aan de initiatiefneemster, mevrouw Femke Halsema, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Minister van Justitie en de Vaste Commissie voor Justitie van de Eerste Kamer.

Met de meeste hoogachting,

namens de Algemene Raad,

J.J.H. Suyver,

Algemeen Secretaris.


 













Mijn Documentenlijst

  • Uw documentenlijst is leeg.