De heer Mr A.H. Korthals
Minister van Justitie
Postbus 20301
2500 EH Den Haag
Den Haag, 24 oktober 2000
Doorkiesnummer 070 – 335 35 13
E-mail b.vandorp@advocatenorden.nl
Dossiernummer 3.2.1
Mijnheer de Minister,
Betreft: Aanpassingswet bij wetsvoorstel 26 855 tot herziening van het burgerlijk procesrecht
Het bovengenoemd wetsvoorstel is voorwerp van bespreking geweest in de Adviescommissie Burgerlijk Procesrecht van de Algemene Raad en binnen de Algemene Raad zelf.
De commissie heeft het hierbij gevoegde preadvies uitgebracht. De Algemene Raad kan zich hiermee geheel verenigen.
Hoogachtend,
Barbara van Dorp
Public Affairs
Bijlage.
Algemene Raad
Nederlandse Orde van Advocaten
Postbus 30851
2500 GW Den Haag
Den Haag, 9 oktober 2000
Geachte collega en confrères,
De Algemene Raad heeft onze commissie verzocht om advies met betrekking tot het wetsvoorstel houdende aanpassing van de wetgeving aan de herziening van het procesrecht in burgerlijke zaken, in het bijzonder de wijze van procederen in eerste aanleg en een memorie van toelichting daarbij.
In de brief van mr. Van den Reek van het Ministerie d.d. 14 september 2000 wordt ingegaan op gevallen waarin toepassing van de algemene regeling voor de verzoekschriftprocedure niet wenselijk zou zijn. Wat de faillissementswet betreft, kan de commissie zich met zijn benadering verenigen. Wat de procedure bij het Haagse Gerechtshof met betrekking tot een verzoek tot uitkering uit het schadefonds voor geweldsmisdrijven betreft, vermag de commissie zonder nadere motivering niet in te zien waarom de algemene regeling daarvoor te zwaar zou zijn.
Overigens heeft de commissie geen andere zaken die met een verzoekschrift moeten worden ingeleid, kunnen bedenken waardoor het regime van de nieuwe algemene regeling van de verzoekschriftprocedure niet aanvaardbaar zou zijn.
Namens de adviescommissie Burgerlijk Procesrecht
getekend door mr. C.J.J.C. van Nispen, voorzitter