Wet- en regelgeving

Juridische databank

Wetgevingsadviezen

Landelijk Overleg van Coördinerend Kantonrechters
t.a.v. van de heer mr. J.A.M. van Dijke, voorzitter
Postbus 20302
2500 EH  Den Haag




Den Haag, 23 mei 2001

Doorkiesnummer:         070 – 335 35 68
E-mail:                m.davis@advocatenorde.nl
Dossiernummer:         3.2.3/4



Geachte heer Noppen,

Betreft:        Concept Landelijk reglement voor de civiele rol van de kantongerechten


Bij  brief van 29 maart 2001 verzocht u de Algemene Raad om commentaar op het bovengenoemde concept rolreglement. Het concept rolreglement is voorwerp van bespreking geweest in de Adviescommissie Burgerlijk Procesrecht van de Algemene Raad en binnen de Algemene Raad zelf. De commissie heeft het hierbij gevoegde preadvies uitgebracht. De Algemene Raad kan zich hiermee verenigen.

De Algemene Raad wenst daarbij nog het volgende op te merken. Zij is van mening dat het voorgestelde rolreglement tegemoet komt aan de behoefte in de praktijk om op hoofdlijnen meer uniformiteit te brengen  in kantongerechtprocedures. Dit is van belang voor de gemachtigden maar zeker ook voor de rechtzoekenden die zich niet door een professional laten bijstaan. Terecht is bij het opstellen van  het reglement een zekere ruimte gelaten voor lokaal beleid. Ook acht de Algemene Raad het een goede zaak dat er thans een uniformering heeft plaatsgevonden van het in de praktijk gebruikelijke maar niet eenduidige begrippenapparaat.

Hoogachtend,


Marianne van der Kleij,
Coördinator Public Affairs
Bijlagen.


PREADVIES
van de adviescommissie
Burgerlijk Procesrecht
inzake
het concept Landelijk reglement voor de civiele rol van de kantongerechten



De adviescommissie heeft met veel belangstelling kennis genomen van het concept. De commissie is van mening dat de opstellers van het concept erin geslaagd zijn om daar waar mogelijk meer uniformering aan te brengen in het rechterlijk rolbeleid. De commissie acht het daarbij een goede zaak dat er toch een zekere ruimte wordt gelaten voor individuele kantongerechten vanwege organisatorische redenen een zekere beleidsvrijheid te hebben. De commissie kan zich geheel vinden in de voorgestelde tekst met toelichting. Ten aanzien van artikel 1.3 wenst zij nog op te merken dat er een mogelijkheid van herstel van het verzuim (alsnog ondertekenen) mogelijk zou moeten zijn. Een regel overeenkomstig artikel 2.4 van het concept zou hier toe zijn aangewezen.

Den Haag, 4 mei 2001

Namens de commissie,
C.J.J.C. van Nispen

Mijn Documentenlijst

  • Uw documentenlijst is leeg.