Wet- en regelgeving

Juridische databank

Wetgevingsadviezen

PRE-ADVIES
van de Adviescommissie Strafrecht

inzake

Vrij verkeer advocaten in penitentiaire inrichtingen

Voorgeschiedenis

Op 15 december 1995 is de adviescommissie verzocht te pre-adviseren over de toegangs- en legitimatieregelingen voor advocatenbezoek aan penitentiaire inrichtingen, alsmede ver-zocht een inventarisatie te maken van problemen en fricties tussen advocaten en gevangenispersoneel en haar mening te geven over de wenselijkheid van een door de Orde te organiseren bijeenkomst met het Ministerie van Justitie daaromtrent.

Op 6 maart 1996 heeft de adviescommissie een pre-advies uitgebracht, zowel ten aanzien van het vrij verkeer advocaten in penitentiaire inrichtingen als ten aanzien van de toegangs- en legitimatieregelingen in penitentiaire inrichtingen.

Ten aanzien van de toegangs- en legitimatieregelingen is na de gereedkoming van dit pre-advies bekend geworden dat er dienaangaande een nieuwe concept-Richtlijn bij het Ministerie van Justitie in de maak is. Deze concept-circulaire is inmiddels op 10 januari 1997 aan de Orde toegezonden. Hierover zal afzonderlijk gepreadviseerd worden.

Met betrekking tot de problemen inzake het vrij verkeer worden  de pagina´s 4 tot en met 8 uit het pre-advies d.d. 6 maart 1996 hieronder integraal overgenomen.
 
1        Problemen en fricties

Als algemeen probleempunt kan in ieder geval het vrij verkeer tussen advocaten en gedetineerde cliënten onder de aandacht worden gebracht. Het gaat dan met name om:

-        het afnemen van de bezoekmogelijkheden wegens de zogenaamde bloktijdenregelingen;
-        visueel toezicht bij bezoek middels camera's in bezoekkamers;
-        beperkte mogelijkheden van telefonisch contact.

Bloktijdenregelingen

Het is bekend dat de meeste penitentiaire inrichtingen bloktijdenregelingen hanteren, hetgeen betekent dat indien de gedetineerde werkt of anderszins met activiteiten bezig is er geen advocatenbezoek kan plaatsvinden. Opmerkelijk is dat deze regeling niet in de P.I. "Over-Amstel" te Amsterdam, de P.I. de "Koepel" te Haarlem, het Huis van Bewaring te Roermond en de Jeugdhuizen van Bewaring te Amsterdam (het "Joc" en de "Nieuwe Lloyd") wordt gehanteerd; daar kan de advocaat gedurende openingstijden op bezoek komen zonder hinder te ondervinden van bloktijden. De meest verregaande beperking van bezoek wordt in de TEBI te Vught gehanteerd: daar kan de advocaat alleen op maandag en woensdag op bezoek.

Tijdens de behandeling van de nota werkzame detentie in de Vaste Commissie voor Justitie in de Tweede Kamer is door de Orde reeds gewezen op het feit dat bij invoering van de nota werkzame detentie door de uitbreiding van het verplichte arbeidsprogramma slechts één dag per week overblijft waarop geestelijke verzorgers, hulpverleners en advocaten de gelegenheid hebben cliënten te bezoeken. In het kader daarvan is in de uitgebreide commissievergadering van 11 april 1994 een motie voorgesteld (TK 1993-1994, 22 999, nr 14) waarin de regering verzocht wordt er voor zorg te dragen dat onder het standaard-regime de toegang van onder andere advocaten gewaarborgd blijft. Het is de adviescommissie niet bekend of aan deze motie uitvoering wordt gegeven.

Onduidelijk blijft waarom in de ene inrichting geen bloktijdenregeling wordt gehanteerd en in de andere inrichting wel. Kennelijk stuit het in Amsterdam en Roermond niet op (personele) problemen, als advocaten gedurende de hele dag op bezoek komen.

De adviescommissie is van oordeel dat de bezoekmogelijkheden aan gedetineerde cliënten een belangrijk onderwerp van bespreking met het ministerie van Justitie behoort te zijn, daar te verwachten is dat de bloktijdenregelingen steeds knellender zullen worden voor het vrij verkeer tussen advocaten en cliënten.

Visueel toezicht

De adviescommissie heeft vernomen dat in het HvB "De Leuvense Poort" te 's-Hertogenbosch en in de TEBI te Vught op afstand bestuurbare en draaibare camera's zijn geplaatst in de bezoekkamers voor advocaten. Gesteld wordt dat deze tijdens het bezoek van een advocaat slechts gebruikt mogen worden onder de voorwaarden die zijn gesteld bij arrest van de Hoge Raad van 21 april 1995, inmiddels gepubliceerd in NJ 1996, 39 (zie bijgaande brief van Mw. Mr. G.E. Ponsteen, Hoofd Afdeling Juridische Zaken van het Ministerie van Justitie d.d. 1 maart 1996).
Op zichzelf is visueel toezicht tijdens advocatenbezoek toegestaan. Meestal wordt door de bewaarder incidenteel door een raampje in de deur van de bezoekkamer gekeken. Het ministerie van Justitie gaat er echter aan voorbij dat bij gebruik van camera's tijdens bezoek van advocaten visueel toezicht plaatsvindt zonder dat dit voor de advocaat en cliënt zichtbaar is. Het is aan de camera immers niet te zien of deze aan- of uitgeschakeld is. In het arrest van de Hoge Raad van 21 april 1995 was onzichtbaar visueel toezicht (zoals door de President in eerste aanleg werd verboden) niet meer aan de orde omdat bij de procedure bij het Hof was gebleken dat visueel toezicht niet had plaatsgevonden via een zogenaamd "one way screen". De Hoge Raad overweegt:" Bij pleidooien in appel is komen vast te staan dat de doorzichtige wand ...... in beide richtingen doorzichtig diende te zijn, en dat zulks in de Marwei inderdaad het geval was. Op grond hiervan heeft het Hof geoordeeld dat het belang aan de door de President uitgesproken veroordeling was komen te ontvallen en dat daarom diens vonnis diende te worden vernietigd".

De adviescommissie is van mening dat bij bezoek van advocaten geen onzichtbaar visueel toezicht middels camera's dient te worden toegepast en dat er een voorziening dient te worden getroffen waarbij iedere twijfel omtrent het al dan niet in werking zijn van de camera in de bezoekkamer kan worden weggenomen. Dit kan geregeld worden, door de advocaat de mogelijkheid te geven zelf de camera (mechanisch) af te schermen of uit te schakelen.

Telefonisch contact

De adviescommissie wil ook aandacht vragen voor de omstandigheid dat binnen de verschillende penitentiaire inrichtingen volkomen verschillende regelingen worden gehanteerd voor het telefonisch contact tussen advocaten en gedetineerden. In de ene inrichting wordt telefonisch contact niet belemmerd, terwijl in andere inrichtingen heel strikte regelingen worden gehanteerd.

Bij vonnis van 11 januari 1994 (rolnummer 93/1142) heeft de President van de Rechtbank te 's-Gravenhage de staat bevolen gedetineerden in de TEBI toe te staan naast de bestaande telefoonregeling één maal per week 10 minuten met hun advocaat te telefoneren. Nadien is gebleken dat meerdere penitentiaire inrichtingen thans deze minimale regeling hanteren.

De adviescommissie is van mening dat een beperking, zoals in de TEBI en andere inrichtingen voor het toestaan van telefonisch contact wordt toegepast, niet wenselijk is. Het telefonisch contact zou moeten kunnen plaatsvinden naar behoefte. Deze behoefte is vaak variabel, want afhankelijk van hetgeen in een zaak dient te gebeuren. Zeker nu door de bloktijdenregelingen het bezoek van advocaten wordt bemoeilijkt, zou een soepele telefoonregeling op zijn plaats zijn.

2        Oproep Advocatenblad

Naar aanleiding van het bovenstaande heeft de Adviescommissie Strafrecht aanbevolen een oproep in het Advocatenblad te plaatsen. In Advocatenblad 13 van 21 juni 1996 zijn vervolgens advocaten opgeroepen de Orde over ervaringen te berichten met betrekking tot problemen in het vrije verkeer en toegang tot gedetineerde cliënten tengevolge van het afnemen van bezoekmogelijkheden, mogelijk visueel en auditief toezicht bij het bezoek door middel van camera's en de beperkte mogelijkheden tot telefonisch contact.

Hierop zijn 16 reacties binnengekomen, welke reacties als bijlage 1 aan dit preadvies worden gehecht en waaruit kan worden afgeleid dat de gesignaleerde problemen in het pre-advies d.d. 6 maart 1996 met betrekking tot de beperkte mogelijkheden tot bezoek en telefonisch contact, onderschreven worden. Dit geldt ook voor het visueel toezicht dat door middel van camera's in "zwarte bollen", geplaatst in de bezoekkamers van het Huis van Bewaring in 's-Hertogenbosch, plaatsvindt.

3        Enquête

Om een completer beeld te krijgen over de beperking van de bezoekmogelijkheden in penitentiaire inrichtingen ten gevolge van het hanteren van bloktijden en de invoering van de Nota Werkzame detentie en de wijze waarop toezicht wordt uitgeoefend op het advocatenbezoek is in november 1996 bij de penitentiaire inrichtingen een telefonische enquête gedaan waarvan de resultaten als bijlage 2 bij dit pre-advies zijn gevoegd.

Op 10 oktober 1996 hebben namens de Orde Mrs. De Groot en Spronken deelgenomen aan het rondetafelgesprek met de Vaste Kamercommissie voor Justitie van de Tweede Kamer met betrekking tot de aanstaande behandeling van het wetsvoorstel met betrekking tot de Penitentiaire Beginselenwet. Hierbij is namens de Orde wederom aandacht gevraagd voor de problemen met betrekking tot het vrij verkeer, met name de beperkte bezoekmogelijkheden in penitentiaire inrichtingen tengevolge van bloktijden. Gelet op het standaardregime dat in de Penitentiaire Beginselenwet wordt voorgesteld is de verwachting dat de bezoekmogelijkheden nog beperkter zullen worden. De Vaste Kamercommissie toonde belangstelling voor de resultaten van de (toen nog te houden) enquête met betrekking tot de bezoekmogelijkheden binnen penitentiaire inrichtingen en verzocht van de resultaten in kennis te worden gesteld.

Bezoekmogelijkheden in penitentiaire inrichtingen

Uit de resultaten van de telefonische enquête blijkt dat slechts de helft van de penitentiaire inrichtingen bloktijden hanteert bij het bezoek van advocaten. Van de huizen van bewaring hanteren 17 van de 26 HvB's bloktijden. Dit is van belang nu vooral in de fase van de voorlopige hechtenis in het kader van de rechtsbijstand in een strafzaak de mogelijkheden tot bezoek zonder al te veel administratieve beperkingen zoals beperkte tijden, ingewikkelde roosters en voorafgaande afspraken mogelijk moet zijn.

Opmerkelijk is verder dat de invoering van de nota Werkzame Detentie tot nu toe in het merendeel van de inrichtingen geen effect heeft op het advocatenbezoek. In een groot deel van de inrichtingen kan de advocaat tijdens de arbeid op bezoek komen omdat de gedetineerde dan van de arbeid wordt gehaald.

De adviescommissie kan slechts gissen naar een verklaring voor het onderscheid per inrichting voor wat betreft de faciliteiten voor advocatenbezoek. De noodzaak van het hanteren van bloktijden voor advocaten kan in ieder geval niet verklaard worden, nu de ene inrichting wel en de andere geen bloktijden hanteert terwijl het om dezelfde soort inrichting gaat. Veleer zal het hanteren van bloktijden een kwestie zijn van interne organisatie, waarbij in de ene inrichting kennelijk een soepeler beleid wordt gehanteerd ten aanzien van advocatenbezoek dan in de andere inrichting. Dit geldt ook ten aanzien van de bereidheid uitzonderingen toe te staan op de bloktijden regeling. Vijf van de inrichtingen die bloktijden hanteren, staan geen uitzonderingen toe. Opvallend is ook dat in vijf inrichtingen ten aanzien van bezoek door politie geen bloktijden worden gehanteerd en ten aanzien van advocaten wel.

De adviescommissie stelt voorop dat de mogelijkheid een gedetineerde cliënt te bezoeken, zeker in de fase van de voorlopige hechtenis, een zeer belangrijk aspect is van het recht op vrij verkeer dat in artikel 50 Sv en ook artikel 6 lid 3 EVRM gegarandeerd is. Het advocatenbezoek zou dan ook gevrijwaard moeten worden van beperkingen door bloktijden, nu de noodzaak van het hanteren van een dergelijke beperking niet blijkt.
Advocatenbezoek zou gedurende de reguliere openingstijden mogelijk moeten zijn en daartoe dienen door de penitentiaire inrichtingen afdoende faciliteiten te worden geboden. Dit betekent dat advocatenbezoek niet nodeloos ingewikkeld moet worden gemaakt doordat het maken van een voorafgaande afspraak (soms zelfs een week tevoren) met opgave van tijdsduur van bezoek wordt voorgeschreven of veel tijd moet worden gestoken in het krijgen van een ontheffing voor een bezoek tijdens de bloktijden. Bij de interne organisatie van de penitentiaire inrichting, zeker indien het om een huis van bewaring gaat, dient rekening te worden gehouden met advocatenbezoek gedurende openingstijden van de inrichting.

Voor wat betreft het visuele toezicht wordt verwezen naar pagina 2 en 3 van dit pre-advies. Uit de enquête is gebleken dat slechts het HvB te 's-Hertogenbosch toezicht middels videocamera's in de bezoekkamer uitoefent. Verder is het de Advies-commissie bekend dat dit ook in de TEBI in Vught het geval is. In beide inrichtingen wordt de advocaat niet vooraf van deze wijze van toezicht in kennis gesteld. Veel advocaten die een cliënt in het HvB 's-Hertogenbosch bezoeken weten waarschijnlijk niet, dat er zich in de ondoorzichtige plexiglas bol een camera bevindt.

In veel gevallen kan de druk op de bezoekfaciliteiten worden opgelost door het hanteren van een telefoonregeling waarbij het contact tussen advocaat en gedetineerde zo weinig mogelijk belemmerd wordt. Ook hierin bestaat binnen de verschillende inrichtingen een ander beleid, dat niet verklaard kan worden.

In de gevallen waarin voor het doorbreken van bloktijdenregelingen of het verkrijgen van telefonisch contact een spoedeisend belang moet worden aannemelijk gemaakt, kan deze eis in strijd komen met de geheimhoudingsplicht die de advocaat heeft en die het hem niet altijd toestaat de inhoudelijke merites van een zaak met het inrichtingspersoneel of de directeur van de inrichting te bespreken. Ook de gedetineerde heeft het recht vrijelijk met zijn advocaat te communiceren zonder het inrichtingspersoneel van de inhoud van dat contact tevoren op de hoogte te moeten stellen.

Vermeldenswaard is verder, dat het verkrijgen van bezoek of telefoonfaciliteiten vaak een kwestie is van wie de advocaat van het inrichtingspersoneel aan de lijn krijgt. De bereidheid tot het vinden van een oplossing of het afwijken van bloktijden verschilt nogal eens van persoon tot persoon, wat, afgezien van de hiermee gepaard gaande willekeur, de advocaat soms eindeloze telefonades kost een cliënt toch te kunnen bezoeken. Zo is het voorgekomen dat de advocaat van een van de verdachten in de zaak van de Hakkelaar, die in de TEBI gedetineerd is, pas door tussenkomst van de Officier van Justitie toegang tot zijn cliënt kreeg omdat de inrichting bleef weigeren op een dag dat eigenlijk geen bezoek was toegestaan (dat kan in de TEBI alleen op maandag en woensdag) gelet op de spoedeisendheid van de zaak toch bezoek toe te staan.

4        Conclusie

De Adviescommissie acht het zeer aanbevelenswaard voornoemde kwesties met betrekking tot het vrij verkeer met het Ministerie van Justitie te bespreken om te bezien of er oplossingen mogelijk zijn, waarbij zou moeten vooropstaan:

-        dat ten aanzien van advocatenbezoek geen bloktijden worden gehanteerd en ook overigens slechts die administratieve belemmeringen die in het kader van de organisatie binnen de inrichting strikt noodzakelijk zijn. Waar nodig zouden bezoekfaciliteiten moeten worden uitgebreid (bijvoorbeeld in inrichtingen waar structureel te weinig bezoekruimte is);

-        dat er een uniforme regeling komt voor telefonisch contact tussen advocaten en gedetineerden waarbij ook moet vooropstaan dat slechts die belemmeringen worden toegestaan die binnen de inrichting onvermijdelijk zijn en waarbij niet vooraf behoeft te worden beargumenteerd dat telefonisch contact strikt noodzakelijk is.

-        dat er waarborgen worden geschapen bij visueel en/of auditief toezicht, waardoor een dergelijk toezicht niet kan plaatsvinden zonder dat de advocaat en gedetineerde dat kunnen waarnemen en ingeval dit geschiedt door middel van camera's of microfoons de advocaat zelf de verbinding kan uitschakelen c.q. aanzetten.  voldoende mogelijkheden op te treden tegen gedetineerden met een extreem beheersrisico. Het treffen van tijdelijke maatregelen biedt de gedetineerde, gelet op de daarop van toepassing zijnde beklagmogelijkheden, bovendien een betere rechtsbescherming.

17 januari 1997

Mijn Documentenlijst

  • Uw documentenlijst is leeg.