14jul

AR-lid Bernard de Leest over aanbevelingen pilot Samenwerken in de eerstelijn

In de pilot Samenwerken in de eerstelijn werkten sociaal advocaten, sociaal raadslieden en juristen van het Juridisch Loket in Amsterdam, Nijmegen, Zwolle, Utrecht en Middelburg negen maanden lang nauw samen, met als doel sneller een passende oplossing voor rechtzoekenden. Vandaag zijn de ervaringen en aanbevelingen die zijn opgedaan in de pilot gepubliceerd.

We leggen vier van de aanbevelingen voor aan Bernard de Leest, lid van de algemene raad en voorzitter van de stuurgroep van de pilot. “De uitkomsten van deze pilot leren ons veel over de mogelijke inrichting van een toekomstig stelsel van gefinancierde rechtsbijstand.”

Aanbeveling: Maak overleg en 'warme overdracht’ tussen eerste en tweede lijn en eerstelijnsorganisaties onderling, over en weer, tot uitgangspunt en faciliteer dat.

Bernard de Leest 3bij4“Rechtzoekenden willen hulp bij de oplossing van hun probleem. Voor hen doet het er niet toe wat de eerstelijn of de tweedelijn is. Ze willen iemand in de buurt die ze kan helpen. Goede overdracht over en weer tussen advocaten en andere hulpverleners voorkomt dat rechtzoekenden tussen wal en schip belanden en zaken daardoor escaleren. Uit de pilot blijkt dat op plekken waar een warme overdracht is, problemen sneller door de juiste behandelaar worden opgepakt.”

Aanbeveling: Blijf voortdurend monitoren op welke terreinen ten onrechte wordt uitgegaan van zelfredzaamheid en waar er lacunes zijn in de rechtshulpverlening.

“De pilot leert nogmaals dat rechtzoekenden vaak niet zo zelfredzaam zijn als door de overheid wordt aangenomen. Ze hebben een beperkt ‘doenvermogen’ zoals de WRR in het rapport ‘Weten is nog geen doen’ in 2017 al heeft aangetoond. Zonder de juiste rechtshulp kunnen ze in grote problemen terechtkomen. Soms gaat het dan om relatief simpele oorzaken, die steeds meer uit de hand lopen vanwege het ontbreken van rechtsbijstand. Daar ligt een forse uitdaging. Het zijn mede de signalen uit de pilot, die de RvR en de NOvA ertoe hebben gebracht om de Regeling tijdelijke adviestoevoeging zelfredzaamheid in het leven te roepen, die deze maand is ingegaan.”

Aanbeveling: Handhaaf het lokale signaleringsoverleg waarmee in de pilot is geëxperimenteerd, breid dit uit naar andere gemeenten en zorg voor voldoende financiering hiervan.

“In de pilot hebben we op lokaal niveau een zogenaamd signaleringsoverleg ingesteld. Hier treffen advocaten, sociaal raadslieden en medewerkers van het Juridisch Loket elkaar regelmatig om te bespreken wat er speelt in hun gemeente of regio. Dat kan gaan om veranderend beleid en regelgeving bij een gemeente of ander bestuursorgaan, waardoor er meer beroep op rechtsbijstand verwacht wordt. Maar het kan bijvoorbeeld ook gaan om het delen van informatie over een beruchte huisjesmelker. Het overleg is een soort ‘early warning’. Is dit iets waarbij de tweedelijn moet worden betrokken en zo ja, hoe? Daar is de rechtzoekende uitermate bij gebaat.”

Aanbeveling: Breng een heldere grens aan tussen eerste en tweede lijn en baken taken en verantwoordelijkheden duidelijk af. Werk daarbij ook uit welk expertiseniveau nodig is om bepaalde rechtshulp te kunnen verlenen.

“Het stelsel werkt het beste, als iedereen datgene doet wat hij moet doen. Eerstelijnszaken bij de eerstelijn, tweedelijnszaken bij de tweedelijn. Maar soms is het grijs. Soms zijn problemen met elkaar verweven en is niet meteen duidelijk waar een rechtzoekende het best mee geholpen is. Voor dat soort gevallen werkt het goed om gezamenlijk best practices te ontwikkelen, blijkt uit de pilot. Veel van die ‘grijze’ gevallen kunnen toch goed en snel worden opgelost, als maar duidelijk is wie wat doet. Welke gedeelte kan een advocaat het beste aanpakken, welk probleem kan door het Juridisch Loket worden opgepakt, waar zit juist een rol voor een sociaal raadslid? Helderheid op dat gebied kan voor heel veel tijdwinst zorgen en daarmee wordt de rechtzoekende weer beter geholpen.”

Meer informatie

2021